figuurlijk taalgebruik

Wat gaan we doen?
Presentatie Koosje
Terugblik
Gedicht analyseren
Theorie figuurlijk taalgebruik
Zelfstandig werken in poëzieboekje
Evalueren 
Vooruitblik 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Presentatie Koosje
Terugblik
Gedicht analyseren
Theorie figuurlijk taalgebruik
Zelfstandig werken in poëzieboekje
Evalueren 
Vooruitblik 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Gedichtanalyse

Slide 3 - Diapositive

Welk rijmschema heeft dit gedicht?

Slide 4 - Diapositive

Wat is de herhaling in dit gedicht?

Slide 5 - Diapositive

Welke klanken worden er herhaald?

Slide 6 - Diapositive

Doel van de les
Je leert:
-  een spreekwoord, gezegde en uitdrukking te herkennen
- de verschillen te onderscheiden tussen een spreekwoord, gezegde en een uitdrukking
- zelf zinnen te bedenken met uitdrukkingen


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Spreekwoord, uitdrukking, gezegde
De appel valt niet ver van de boom
Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht
Twee linkerhanden hebben
Van lotje getikt zijn

Slide 9 - Diapositive

Verschil
Spreekwoord - Uitspraak die een algemene levenservaring of wijze les bevat
(duidelijk karakter) Vb: Elk nadeel heeft zijn voordeel.

Gezegde - Gezegden zijn te herkennen aan hun korte aard en aan het feit dat zij nooit een complete zin vormen. Vb: Door dik en dun

Uitdrukking - Uitdrukkingen zijn vooral te herkennen aan hun figuurlijke betekenis, maar vormen wel een zin op zich. Vb: Lachen als een boer met kiespijn.

Slide 10 - Diapositive


'Wie een kuil graaft voor een ander,
valt er zelf in.
timer
0:30
A
Spreekwoord
B
Gezegde
C
Uitdrukking

Slide 11 - Quiz

Waarom is dit een spreekwoord?
Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.

- Een spreekwoord is onveranderlijk in zijn formulering en woordkeuze.
- Een spreekwoord is altijd een mededeling (nooit een vraag) in de tegenwoordige tijd.
- Een spreekwoord bevat altijd een levenswijsheid.




Slide 12 - Diapositive

Op de valreep
timer
0:30
A
Spreekwoord
B
Gezegde
C
Uitdrukking

Slide 13 - Quiz

Waarom is dit een gezegde?
Op de valreep

- Een gezegde verbindt woorden met een figuurlijke betekenis.
- Een gezegde bevat nooit een werkwoord (en vormt dus geen zin op zichzelf)




Slide 14 - Diapositive

Samen onder één
hoedje spelen
timer
0:30
A
Spreekwoord
B
Gezegde
C
Uitdrukking

Slide 15 - Quiz

Waarom is dit een uitdrukking?
Samen onder één hoedje spelen

- Een uitdrukking is, in tegenstelling tot een gezegde, wel een zin.
- Er is geen sprake van een levenswijsheid, maar er wordt meer een figuurlijke betekenis aan de woorden meegegeven.






Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Zelfstandig werken
Ga naar H2 blz. 13 en maak de opdrachten van dit hoofdstuk.
Klaar:

Slide 18 - Diapositive

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 19 - Diapositive

We gaan oefenen met poëzie, betoog schrijven

Wat ga je doen of wat neem je mee?

  • Boek NN meenemen.
  • Score maken!

Slide 20 - Diapositive

Wat heeft deze les je opgeleverd?
A
Veel nieuws geleerd.
B
De theorie kende ik al, maar ik kan het nu beter toepassen.
C
Ik heb goed geoefend, maar vind het nog steeds moeilijk.
D
Niets, ik ben hier al heel goed in.

Slide 21 - Quiz