Bron B - ch. 6 - 1MH - GL 6e

Bonjour tout le monde
Planning:
  • Je kan aan het eind van de les gebruik maken van een papieren woordenboek;
  • Je kan een tijdschriftartikel over Parijs begrijpen.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonjour tout le monde
Planning:
  • Je kan aan het eind van de les gebruik maken van een papieren woordenboek;
  • Je kan een tijdschriftartikel over Parijs begrijpen.

Slide 1 - Diapositive

Le dictionnaire, comment fonctionne-t-il ?
  1. Le dictionnaire  est classé au façon alphabétique
  2. On prend la première lettre du mot que l'on cherche
  3. On la chercher dans le dictionnaire, après avoir trouvé la première lettre du mot, on cherchera la deuxième lettre et ainsi la suite.

Cherchons ensemble: La circulation
Zoek op: Je vais à l'école

TIP: Utilise les mots en haut du page pour trouver les mots plus rapidement.

Slide 2 - Diapositive

Le dictionnaire, comment fonctionne-t-il ?
  • Je gaat woorden bijna nooit letterlijk in het woordenboek vinden. Je zoekt dus altijd de enkelvoud woorden en hele werkwoorden!

    - Je vindt dus niet het woord: sont, maar wel het werkwoord être.
    - Je vindt dus niet het woord: conseils, maar wel het enkelvoud conseil.

Slide 3 - Diapositive

Geef aan: enkelvoud of meervoud
conseils
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 4 - Quiz

Geef aan: enkelvoud of meervoud
jeune
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 5 - Quiz

Geef aan: enkelvoud of meervoud
rêves
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 6 - Quiz

Geef aan: enkelvoud of meervoud
boulangerie
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 7 - Quiz

Geef aan: enkelvoud of meervoud
activités
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 8 - Quiz

Hoe zie je het verschil tussen een enkelvoudig woord en meervoud?

Slide 9 - Question ouverte

Van welk werkwoord komt de vervoeging:
parlons

Slide 10 - Question ouverte

Van welk werkwoord komt de vervoeging:
a

Slide 11 - Question ouverte

Van welk werkwoord komt de vervoeging:
portes

Slide 12 - Question ouverte

Van welk werkwoord komt de vervoeging:
êtes

Slide 13 - Question ouverte

Van welk werkwoord komt de vervoeging:
regardent

Slide 14 - Question ouverte

À vous!
Zoek de volgende woorden - je hebt 3'
- Un hérisson
- Mes pieds gonflent
- Les marécages
- Je bouche mes bijoux dans le baguier
- Les gaufres
- Les zoos

Slide 15 - Diapositive

Au travail
Allez à la page cinquante-six -> Faites exercices 10A/B/C - 11C - 12A

Slide 16 - Diapositive

Les devoirs
Apprendre: voca A/B en C

Slide 17 - Diapositive