Lezen H2/luisteren en kijken 1.4

Lezen H2: De indeling van een tekst

Nederlands
Marieke Schutten 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen H2: De indeling van een tekst

Nederlands
Marieke Schutten 

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
Welke tekstdoelen ken je nog? Hint: het zijn er 4.

Slide 2 - Question ouverte

Terugblik - hoofdgedachte
Overtuigen
Wat is de mening waarvan de maker je wil overtuigen?

Overhalen
Wat moet je doen? (Koop…, Kom…, Word lid…, Geef geld…)

Informeren
Wat is het belangrijkste stuk informatie dat de schrijver overbrengt?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is het doel van de tekst?
A
Overuigen
B
Activeren
C
Instrueren
D
Informeren

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Lezen, luisteren en kijken
1.4 opbouw en indeling

Slide 8 - Diapositive

De indeling van een tekst
- Titel
- (Lead)
- Inleiding:
Met de deur in huis vallen
Belangstelling wekken (anekdote)
Het onderwerp inleiden
- Kern:
Uitwerking van verschillende onderdelen.
Deelonderwerpen
- Slot:
Laatste beschrijving deel v/e onderwerp
Verwijzing naar begin
Samenvatting/conclusie





Slide 9 - Diapositive

Deelonderwerpen
Een (paar) alinea(‘s)
Bijvoorbeeld: argumenten/oorzaken/voordelen/oplossingen

Hoe vinden?
Bekijk lay-out
Tussenkopjes
Lees van elke alinea de eerste zin




Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat denk je dat de twee deelonderwerpen waren?

Slide 12 - Question ouverte

Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden geven een tekstverband aan 





Tekstverbanden: 
Opsomming
Tegenstelling
Volgorde
Oorzaak-gevolg
Reden
Conclusie


Slide 13 - Diapositive

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen of alinea's leggen.
B
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
C
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 14 - Quiz

De signaalwoorden in een instructie zijn de signaalwoorden van een:
A
conclusie
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
volgorde

Slide 15 - Quiz

Daarnaast
Hierdoor
Aan de andere kant
Daarentegen
Ook
Doordat
Echter
Met behulp van
Oorzaak
Tegenstelling
Middel-doel
Opsomming

Slide 16 - Question de remorquage

Huiswerk
Luisteren en kijken 1.4:
Opdracht 1 t/m 4

Bij de luisteropdrachten: gebruik oordopjes/koptelefoon

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
Schrijf een kort verhaal, van ongeveer 5 à 7 zinnen, over wat er hier gebeurd is. 
Gebruik hierin minimaal 5 signaalwoorden. 
Tekstverbanden die je in elk geval aangeeft, zijn: 
- opsommend
- oorzakelijk
- tegenstellend 

Schrijf voor jezelf op welke signaalwoorden welk verband aangeven. Wissel je verhaal uit met de persoon naast je. 

Slide 18 - Diapositive