BST 3.2 Overeenkomst en verwantschap

BST 3.2

Overeenkomst en verwantschap
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BST 3.2

Overeenkomst en verwantschap

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van vandaag:
  • Je kunt soorten en rassen onderscheiden
  • Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap. 

Slide 2 - Diapositive

Levenskenmerken
  1. Ademhalen
  2. Voortplanten
  3. Uitscheiden
  4. Waarnemen
  5. Voeden
  6. Groeien
  7. Bewegen
Als
Vader
Uitgaat
Wordt
Vader
Goed 
Bezopen

Slide 3 - Diapositive

Levensverschijnselen
Levend: Je vertoont deze verschijnselen
Dood: Je vertoont deze verschijnselen niet meer
Levenloos: Je hebt deze verschijnselen nooit gehad

Slide 4 - Diapositive

Samen lezen
Stukje overeenkomst

Slide 5 - Diapositive

Hoe meer overeenkomst twee organismen vertonen, hoe meer ze bij dezelfde groepen worden ingedeeld.
Lijken op elkaar, zitten in dezelfde familie
Lijken niet elkaar, zitten niet eens in zelfde rijk

Slide 6 - Diapositive

Samen lezen
Stukje soort, ras en kruisingen

Slide 7 - Diapositive

Soort
Soms lijken  dieren heel erg op elkaar, maar behoren ze niet tot dezelfde soort!
Deze zijn niet dezelfde soort!

Slide 8 - Diapositive

Soms lijken dieren helemaal niet op elkaar maar behoren ze wel tot 1 soort!

Slide 9 - Diapositive

Soort
Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 10 - Diapositive

Zezel
Een Zezel, een kruising van een zebra en een ezel. Kan zelf geen veulens krijgen. 
Lijger
Kruising van Leeuw en tijger, is onvruchtbaar
Scheit
Een kruising tussen een geit en een schaap. Is onvruchtbaar. 

Slide 11 - Diapositive

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 12 - Diapositive

Samen lezen
Stukje evolutie, nieuwe soort en verwantschap

Slide 13 - Diapositive

Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 14 - Diapositive

Verwantschap
-De tijger en de leeuw zijn hier meer aan elkaar
verwant dan de tijger en de aap.

-Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit
een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder
verwant ze zijn.
-Hoe meer verwant soorten zijn,
hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat is een soort?
A
Een groep organismen die veel op elkaar lijken
B
Een groep organismen die met elkaar samen leven
C
Een groep organismen die samen vruchtbare kinderen krijgen.
D
Een groep organismen die dezelfde bouw hebben

Slide 17 - Quiz

Met welke soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
1
B
3
C
4
D
7

Slide 18 - Quiz

Welk woord zoek ik? "De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen."
A
Verwantschap
B
Organisme
C
Evolutie
D
Selectie

Slide 19 - Quiz

Welk woord zoek ik? "Kleine verschillen binnen één soort."
A
Selectie
B
Variatie
C
Evolutie
D
Overeenkomst

Slide 20 - Quiz

Aan het werk: maak thema 3.2
Maak opdrachten Th 3 bs 2: 1, 2, 4 en 5

Weet je het antwoord niet? Lees de tekst, overleg met buur en stel een vraag als je er echt niet uit komt.



Niet klaar ? Maak het thuis af.

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt soorten en rassen onderscheiden
Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap. 

Slide 22 - Diapositive