Voeding en vertering: Gezonde voeding H3 3.4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Thema 3  Gezonde voeding

Paragraaf 3.4 Dieet, Allergie en Cultuur. 

Bladzijde 91 t/m 97

Ga zitten op je plek,wees stil, pak je boek en pen en wacht tot ik begin!

Welkom allemaal.

Wat gaan we in dit hoofdstuk  behandelen?

Doornemen : H3

• Wat is gezonde voeding en waarom is het zo belangrijk.
• De schijf van 5.
• Waarom eten mensen anders, diëten?
• Wat zijn allergieën? 

Eenvoudig

Uitgebreid

Dieet 

- Medische reden.

1. Suiker ziekte
2. Darmziekten
3. Maagziekten

(afbeelding koolhydraatarm dieet)

Afval dieet

- Caloriearm dieet.

1. Minder eten dan je nodig hebt dan val je af.
2. Goed op je calorieën letten, om niet aan te komen. 

Calorieën zijn de energie die je voeding levert. Eet je teveel dan wordt dit omgezet in vet en dus wordt je zwaarder. ( meer kans op hart- en vaatziekten)

Minder vet en minder suiker eten. 

Allergieën

Wie heeft er een voedsel allergie?

Welke ? Volg je een dieet? 

Koemelkallergie.

Glutenintolerantie. ( tarwe, gerst, rogge en haver)

Cultuur en eten

Cultuur bepaalt eetgedrag. Je eet wat je gewend bent/ of de gewoonte is binnen jouw cultuur. 

Voeding van de Islam: Varken, bloed en alcohol zijn verboden. Vlees moet ritueel geslacht zijn.

Voeding van hindoes: Rundvlees verboden, koe is een heilig dier. Veel hindoes zijn vegetariër. 

Voeding van de Joden: varkensvlees, paling, garnaal en kreeft verboden. 

Dit zijn enkele voorbeelden. Zo kent de wereld vele culturen. Wat is typisch Hollands?

 

Vegetariers:

Veganisten:

• Eten geen vlees.
• Gebruiken geen dierlijke producten.
• Gebruiken geen honing, hebben geen leren schoenen. 

Vegetariers: 

Vegetariers: 

• Eten geen producten van gedode dieren 
• Maar gebruiken wel producten van levende dieren ( melk en ei)

En wat nu:

Eten mag.......Maar met mate!

(Eet gezond, eet wat bij je past)

Werken, huppatee

Aan het werk !!

Afmaken: 3.1, 3,2 en 3.3 

             Wat wel: Alle opdrachten die je zelfstandig kan maken.

              Opdrachten: 3.01, 3.02, 3.03, 3.04, 3.05, 3.06, 3.07, 3.09, 3.10 t/m 3.17,                                                                                          3.19             

              Wat niet: Computeropdrachten. 

              Opdrachten: 3.08, 3.18, 

Maken 3.4 

Opdrachten: 3.23, 3.25

Ben je klaar dan mag je op het CB de opdrachten maken die je op de computer moet maken. 

De leraar controleert jullie opdrachten en tekent deze af. 

Evalueren:

• Wat heb je geleerd?
• Wat ging er goed?
• Compliment aan wie?

Wat gaan we volgende keer behandelen:  (eten)

• 3.5 3n 3.6

Klas 2KT1