pragmatische gepastheid

Gesprekken voeren
Stijl en formaliteit
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Gesprekken voeren
Stijl en formaliteit

Slide 1 - Diapositive

Nieuwsbericht
Kijkvragen:
Waar gaat het nieuws over?
Wat valt op aan dit bericht?

https://straatwoordenboek.nl/video/131


Slide 2 - Diapositive

Doel
Je leert door het oefenen van gesprekken hoe je kan afstemmen in stijl en formaliteit op je gesprekspartner.

Slide 3 - Diapositive

Opname gesprek
https://www.youtube.com/watch?v=Klm9-SuNnnA
Kijkvraag: Wat gaat er mis?











Slide 4 - Diapositive

Instructie gesprek voeren
  1. Afstemmen op gesprekdoel en gesprekspartner
  2. Formeel/informeel door o.a. woordgebruik en uitleg afstemmen op de kennis van je gesprekspartner
  3. Non-verbaal gedrag is ondersteunend aan het gesprek

Slide 5 - Diapositive

Opnamegesprek,
een goed voorbeeld


https://www.youtube.com/watch?v=kBQEDKdxQxE&t=33s

Slide 6 - Diapositive

Danique komt kennismaken op stage





Op welke foto past het taalgebruik van Danique bij de situatie?
Op welke foto maakt Danique non-verbaal een goede indruk?

Slide 7 - Diapositive

Maak de zin formeler:
Hoi allemaal!

Slide 8 - Question ouverte

Maak de zin formeler:
Sorry, zat hier al iemand?

Slide 9 - Question ouverte

Maak de zin formeler:
Ik wil nu ook ff wat zeggen!

Slide 10 - Question ouverte

Hoe

Slide 11 - Question ouverte

Hoe zou jij reageren?
Hierna volgen twee situaties. 
Bespreek in drietallen wat de beste reactie is en schrijf je reactie op. 
Bedenk hierbij aan hoe je gaat afstemmen op de situatie en hoe formeel of informeel je bent

Slide 12 - Diapositive

Je bent in gesprek met je stagebegeleider. Ondertussen merk je dat je een appje krijgt. Wat kan je het beste doen in deze situatie?

Slide 13 - Question ouverte

Tijdens een werkoverleg wil je iets zeggen, maar telkens als je je mond open doet begint een andere collega weer te praten. Wat kan je het beste doen?

Slide 14 - Question ouverte

Binnenkring/buitenkring

De klas gaat in twee kringen staan, met het gezicht naar elkaar toe. Na elk gesprek wissel je van gesprekspartner.

Slide 15 - Diapositive

Binnenkring /buitenkring
Opdracht 1. Binnenkring is arts, buitenkring is verzorgende IG

Situatie: Mevrouw B. is van de trap gevallen. Hierdoor heeft ze haar hoofd gestoten en is ze duizelig. Je vertrouwt het niet en bespreekt deze casus met de huisarts.

Slide 16 - Diapositive

Binnenkring /buitenkring
Opdracht 2: Binnenkring is verzorgende IG, buitenkring is zorgvrager

Situatie: Je komt bij de meneer C binnen voor de ADL en het stinkt enorm. Je weet dat het ’s nachts wel eens misgaat als meneer naar het toilet moet. Meneer heeft meer zorg in de nacht nodig, maar wil dit niet.


Slide 17 - Diapositive

Binnenkring /buitenkring
Opdracht 3: Binnenkring is familie van mevrouw B, buitenkring is verzorgende IG

Situatie: Mevrouw B. is van de trap gevallen. Hierdoor heeft ze haar hoofd gestoten en is ze duizelig. Dit heb je besproken met de arts. Je gaat de familie op de hoogte stellen.

Slide 18 - Diapositive

Binnenkring /buitenkring
Opdracht 4: Binnenkring is verzorgende IG, buitenkring is familie van meneer C

Situatie: Meneer C wil geen extra zorgmoment in de nacht. Je gaat het gesprek hierover aan met de familie om te overleggen hoe je meneer C kan overhalen tot een extra zorgmoment. De familie van meneer C is hoogopgeleid.


Slide 19 - Diapositive

Afsluiting
Doel:
Je leert door het oefenen van gesprekken hoe je kan afstemmen in stijl en formaliteit op je gesprekspartner.

Exitticket:
Wat is je leeropbrengst en hoe ga je dit toepassen in je stage?

Slide 20 - Diapositive