CH 5 Les 5 Bron B + herhalen A

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Bienvenue!                        

pak je boek, schrift en computer
22 maart 2022

Slide 3 - Diapositive

Aujourd'hui:
- herhaling bron A ecouter (luisteren)
- bron B lire (lezen)
- maanden van het jaar
- plenda

Slide 4 - Diapositive

PAK NU EERST JE BOEK
PAGE 13

PAGE 13
Les nombres ???
Les nombres ???
Les nombres ???

Slide 5 - Diapositive

PAK DAN NU JE COMPUTER
EN GA NAAR LESSONUP

Slide 6 - Diapositive

Mijn tante heeft een zoon Jean.
C'est ....
A
mon cousin
B
ma cousine
C
mon voisin
D
ma voisine

Slide 7 - Quiz

Mijn tante heeft een dochter Tina.
C'est ....
A
mon cousin
B
ma cousine
C
mon voisin
D
ma voisine

Slide 8 - Quiz

Charles is de man die naast ons woont.
C'est ...
A
mon cousin
B
ma cousine
C
mon voisin
D
ma voisine

Slide 9 - Quiz

Anna is de vrouw die naast ons woont.
C'est ...
A
mon cousin
B
ma cousine
C
mon voisin
D
ma voisine

Slide 10 - Quiz

Thomas is mijn vriend.
C'est ...
A
ma copine
B
mon copain

Slide 11 - Quiz

Nathalie is mijn vriendin.
C'est ma ...

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent:
'C'est mon anniversaire'
A
mijn verjaardag vieren
B
het is mijn verjaardag

Slide 13 - Quiz

Wat betekent:
'ik heb in een restaurant gegeten'
A
j'ai mangé dans un restaurant
B
il organise een grand diner au restaurant

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
'We hebben veel gelachen'
A
On a beaucoup rigolé
B
Nous avons trop parlé

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans het getal 60?
A
soixante
B
cinquante

Slide 16 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans het getal 70?
A
quarante
B
soixante-dix

Slide 17 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans het getal 80?
A
quatre-vingts
B
trente

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans het getal 90?
A
quatre-vingts-dix
B
soixante-neuf

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans het getal 92?
A
quatre-vingts-deux
B
quatre-vingts-douze

Slide 20 - Quiz

Pak nu je boek - page 19
Kijk naar de tekst.
           Wat zie je? Wat is het voor een tekst? - Wat is de bron?
                       Wat zou de titel betekenen?
                                     Over hoeveel personen gaat de tekst?
                                                   
We lezen eerst samen de tekst.
            daarna gaan jullie zelf aan de slag met de oefeningen.

Slide 21 - Diapositive

       De betekenis van woorden
Exercice 12 a + b
kleur de woorden die je kent groen
kleur de woorden die je misschien kan raden blauw
kleur de woorden die je niet kent rood

Ben je klaar: maak dan exercice 12 d. 
Combineer de cijfers met de letters.
page 20
timer
10:00
Tuyau

Slide 22 - Diapositive

Wie hoort wat?
Exercice 11 a: Wie hoort bij welk plaatje
Exercice 11 b: Maak de tabel af en vul de juiste gegevens
                              uit de tekst in.

Ben je klaar: zoek in de tekst:
Hoeveel huisdieren heeft Grégory in totaal?
Waar droomt Grégory van? - Wat vraagt hij voor z'n verjaardag?

page 18
timer
5:00
page 20

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

 verjaardagen
  janvier                     juillet
  février                     août
  mars                        septembre
  avril                          octobre
  mai                           novembre
  juin                           décembre
  Exercice 13 a zelf + c samen
page 21

Slide 25 - Diapositive

Wat doe je voordat je een tekst gaat lezen:

1.   ...........................................
2.  ...........................................
3.  ...........................................
4.  ...........................................
5.  ...........................................



DENK EERST EVEN NA

NIET ROEPEN

IK GEEF DE BEURT

Slide 26 - Diapositive

Wat doe je voordat je een tekst gaat lezen:

1.   wat voor een tekst is het?
2.  kijk naar de plaatjes?
3.  wat zou de titel betekenen?
4.  welke woorden ken ik al?
5.  zijn er hulpwoorden?


Slide 27 - Diapositive

les devoirs lundi 28 mrt. 

Wat:     alle woorden en Zinnen
               => bron A + B + AVOIR

Hoe:     NL-FR/FR-NL

Waar:   page 42 + stencil 


Slide 28 - Diapositive