1.3 Basis hygiene

• Horeca, Bakkerij en Recreatie
• MBO
• Studiejaar 1

Basis hygiëne

Terugkijken op de vorige les

Aan het einde van deze les weten jullie:

• Op welke wijze een werkplan gemaakt kan worden.
• Belangrijke punten in een werkplan.
• Wat genoteerd moet worden in een werkplan.

Wat verstaan wij onder hygiëne?

Leerdoelen

Aan het einde van de les weten jullie:

• Wat basishygiëne inhoud.
  
• Het verschil vertellen tussen persoonlijke en bedrijfs hygiëne.
• Wat bedrijfs hygiëne inhoud.
• Uitleggen wat belangrijk is bij handen wassen.

In deze les behandelen we:

• Persoonlijke hygiëne
• Bedrijfs hygiëne
• Opslag temperatuur

Persoonlijke hygiëne

Thuis:

• Douchen.
• Tanden poetsen.
• Schone kleding.
• Schone handen en nagels.

Persoonlijke hygiëne

Op het werk:

• Kort haar of in een staart ( soms ook een koksmuts of petje).
• Schone bedrijfs kleding.
• Schone handen en nagels ( Kort geknipt, geen nagellak ).
• Geen sieraden of horloges.
• Regelmatig handen wassen.

Bedrijfs hygiëne

Onder bedrijfshygiëne verstaan we:

• De ruimte> vloer, wanden, deuren, ramen, plafond,en apparatuur is schoon.
• Werkbanken zijn schoon.
• Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard.
• Op de vloer zijn geen ingrëdienten of materialen geplaatst.
• Ingrëdienten worden op een veilige manier verwerkt.

Bedrijfs hygiëne

Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard:

• In magazijn > Droog en afgesloten.
• In koeling > 6 graden of kouder  ( algemeen voor  bederfelijke ingrediënten).
• In koeling > 4 graden of kouder  ( kip en vis).
• In vriezer > kouder dan min 18 graden.

Opdracht: zoek op internet

1 Methode voor handen wassen

Schrijf de stappen die je moet doen op

2 Momenten voor handen wassen

Selecteer de momenten die betrekking hebben op de keuken en schrijf deze op

Deze onderwerpen kun je onder andere vinden op de site van het voedingscentrum

Groepsopdracht

Ga in groepjes van drie zitten en:

• Kijk naar de volgende film 
  
• Schrijf zoveel mogelijk gevaren op die je hoort en ziet.
  
• Schrijf zoveel mogelijk termen over bedrijfshygiëne op die je hoort en ziet

welk antwoord is fout:
Onder persoonlijke hygiëne verstaan we?

1. Haar in een staart.
2. Schone bedrijfskleding
3. Gelakte nagels
4. Douchen.

Wat mag je niet op de vloer plaatsen?

1. Kratten
2. Kartonnen dozen
3. Voedingsmiddelen
4. Apparatuur

Hoe koel moet een koelkast zijn

1. 10 graden Celsius
2. -18 graden Celsius
3. 4 graden Celsius
4. 0 graden Celsius

Als we ingrediënten goed hygiënisch verwerken in de keuken dan maken we een:

1. Lekker product
2. Goedkoop product
3. Smakelijk product
4. Voedsel veilig product

Zijn zichtbare sieraden toegestaan in de keuken?

1. Alleen als het een trouwring is
2. Nooit
3. Soms
4. Altijd

Wanneer was je je handen twee keer?

1. Als je geniest hebt.
2. Als je naar het toilet ben geweest.
3. Als je gekookt hebt.
4. Na de pauze.

Wat hebben wij geleerd?

Huiswerkopdracht: Zoek uit waarom er verschillende kleuren 

snijplanken te koop zijn in verband met hygiene.