Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
4.4 Uitscheiding
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Slide 2 - Diapositive
uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 3 - Quiz
De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt
Slide 4 - Quiz
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 5 - Question de remorquage
De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders
Slide 6 - Quiz
Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets
Slide 7 - Quiz
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 8 - Quiz
Doel van de les
7 Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 9 - Diapositive
Uitscheiding
Je bloed wordt continu vervuild: Door verbranding komen afvalstoffen vrij.
In wat je eet zitten schadelijke stoffen. Deze afvalstoffen moeten uit het bloed en het lichaam worden gehaald. Dat noem je uitscheiding.
Nieren, lever en longen zorgen hiervoor
Via de longen verlaat CO2 het lichaam.
Slide 10 - Diapositive
Uitscheiding wordt gedaan door verschillende organen.
Bijvoorbeeld koolstofdioxide wordt uitgescheiden door de longen. Je zweet door je huid en in zweet zitten ook afvalstoffen.
Slide 11 - Diapositive
De nieren liggen links en rechts in de buikholte, vlak onder het middenrif.
De nieren krijgen zuurstofrijk bloed door de nierslagaders. Dit bloed bevat afvalstoffen van veel organen. De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed. Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.
Slide 12 - Diapositive
Nieren
Filtert de in water oplosbare afvalstoffen.
Scheidt deze uit als urine.
3 gebieden: nierschors, niermerg, nierbekken.
Urineleider-urineblaas
Slide 13 - Diapositive
Urine
Een nier bestaat uit nierschors , niermerg en nierbekken. Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen. Al deze stoffen samen heten urine.
Nierschors
1
Nierschors
1
Niermerg
2
2
Nierbekken
3
3
Slide 14 - Diapositive
In de nierbekkens wordt de urine verzameld. Via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas. In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.