Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Thema 3: De Bloedsomloop
Basisstof 5: Uitscheiding en nieren
Slide 1 - Diapositive
Herhaling
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat doen je hartkleppen?
A
Zorgen dat bloed niet van boezems naar kamers kan stromen
B
Zorgen dat bloed niet van kamers naar boezems kan stromen
C
Zorgen dat bloed niet van kamers naar bloedvaten kan stromen
D
Zorgen dat bloed niet van bloedvaten naar kamers kan stromen
Slide 4 - Quiz
De Bloedsomloop
uitscheiding & de nieren
Slide 5 - Diapositive
Doel: Nieren / Uitscheiding
Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
Slide 6 - Diapositive
Uitscheiding
Bloed dat van de organen wegstroomt bevat veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen.
Die stoffen worden uit het lichaam verwijdert.
Dat proces noemen biologen uitscheiding.
Slide 7 - Diapositive
Uitscheiding in organen
Uitscheiding vindt plaats in verschillende organen.
Koolstofdioxide wordt bijvoorbeeld uitgescheiden door de longen.
De meeste andere afvalstoffen worden uitgescheiden door de nieren.
Die halen de afvalstoffen uit het bloed en maken er urine van.
De urine plas je uit, waarmee de afvalstoffen uit je lichaam verdwijnen.
Slide 8 - Diapositive
De nieren liggen links en rechts in de buikholte, vlak onder het middenrif.
Door de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren.
Slide 9 - Diapositive
Het bloed in de nierslagader bevat afvalstoffen van veel organen.
De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed.
Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken.
Nierschors en niermerg verwijderenafvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen.
Al deze stoffen samen heten urine.
Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken.
Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen uit het bloed.
Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen.
Al deze stoffen samen heten urine.
Slide 12 - Diapositive
In de nierbekkens wordt de urine verzameld.
Via de urineleiders gaat de urine naar de blaas.
Slide 13 - Diapositive
In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen,
zodat je niet voortdurend hoeft te plassen.
Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.
Slide 14 - Diapositive
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
De nieren
Een nier bestaat uit:
1. Nierschors
2. Niermerg
3. Nierbekken
Vertel welke functies de onderdelen hebben.
Nierschors
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Niermerg
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Nierbekken
Hier worden de stoffen verzameld. De stoffen samen heten urine
Urineleider
via het nierbekken komt de verzamelde urine in de urineleider. Het wordt afgevoerd naar de urineblaas. Daar wordt het opgeslagen zodat je niet elk moment naar de w.c. moet.
Urinebuis
Als de urineblaas vol zit, krijg je aandrang om te plassen.
Via de urinebuis (de plasbuis) verlaat de urine je lichaam.
Het gezuiverde bloed komt via de nierader terecht in de bloedsomloop.
Het bloed behoudt de bloedcellen en voldoende vocht.
Slide 18 - Diapositive
Afweer
noti
ono
3.5 Afweer
Slide 19 - Diapositive
Algemene afweer
Slide 20 - Diapositive
Infectie
Als het ziekteverwekkers toch lukt om je lichaam binnen te komen, heb je een infectie.
Ziekteverwekkers zijn vaak virussen, bacteriën en/of schimmels