Samenvatting H8 PW4 Meetkunde 3D - VMBO 3B

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is de naam van het aanzicht van deze foto?
A
Onderaanzicht
B
Bovenaanzicht
C
Zijaanzicht

Slide 3 - Quiz

Geef de aanzichten de juiste naam.
Zij-aanzicht
Boven-aanzicht
Voor-aanzicht

Slide 4 - Question de remorquage

Zijn de aanzichten van dit bouwwerk juist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

welke van de aanzichten is het zijaanzicht?
A            B             C
A
.
B
.
C
.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Op deze kaart geven ze hoogteverschil aan met hoogtelijnen.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Op deze kaart geven ze hoogteverschil aan met hoogtelijnen.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Kijk goed, de volgende slide is de vraag

Slide 10 - Diapositive

Kun je vanuit A naar B kijken?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Op de hoogtelijn van 2000 meter is het ...
A
ongeveer 2000 meter hoog
B
tussen de 1900 en 2100 meter hoog
C
precies 2000 meter hoog

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Inhoud is een
A
Eenheid
B
Grootheid

Slide 14 - Quiz

Wat heeft meer inhoud?
A
Liter
B
Centiliter
C
Deciliter
D
Mililiter

Slide 15 - Quiz

Welke inhoudsmaat is het kleinst?
A
kubieke centimeter
B
kubieke decimeter
C
kubieke meter
D
kubieke hectometer

Slide 16 - Quiz


Welke inhoudsmaat hoort bij dit plaatje ?
A
2 dl
B
20 l
C
1 l
D
1/2 dl

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is de inhoud?
A
12 liter
B
72 liter
C
24 liter
D
36 liter

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Wat is de formule voor oppervlakte van een vierkant

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de formule voor oppervlakte van een Driehoek?

Slide 23 - Question ouverte

Dit is een uitslag
van een?
A
Kubus
B
Balk
C
Piramide
D
Cilinder

Slide 24 - Quiz

Van hoeveel driehoeken en vierkanten
moet je de oppervlakte uitrekenen
om de hele piramide oppervlakte
te berekenen??
A
2 vierkanten en 4 rechthoeken?
B
1 vierkant en 4 driehoeken
C
1 vierkant en 1 driehoek en de driehoek dan x 4

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive


Ik snap de leerstof en ga met een goed gevoel op vakantie
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage