§3.4 Deel 2

3.4 Bronnen: Het landschap verandert (dl2)

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.4 Bronnen: Het landschap verandert (dl2)

Slide 1 - Diapositive

Vaardigheid 9 Vergelijken
Gebieden of verschijnselen vergelijken? B
Beschrijf: 
  • kenmerken van gebieden en verschijnselen
Benoem: 
  •  verschillen en overeenkomsten; 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag

Vaardigheid 9 Vergelijken
Veranderend landschap in Nederland (bron 3 en 4)

Slide 3 - Diapositive

Welke overeenkomsten zie je tussen het onderwijs in Uganda en dat in Nederland?
Welke verschillen zie je tussen het onderwijs in Uganda en dat in Nederland?

Slide 4 - Diapositive

Bron 3 Veranderend landschap in Nederland
Landschap in Nederland is veranderd door:
  • Verwering
  • Erosie
  • sedimentatie

Slide 5 - Diapositive

Bron 3 Veranderend landschap in Nederland
  • ijstijd (200.000 jaar geleden) 
  • Landijs  in Nederland. 
  • Bij rand van het ijs  - stuwwallen.

Slide 6 - Diapositive

Bron 3 Veranderend landschap in Nederland
Oost- en Zuid-Nederland - zand:
  • tijdens laatste ijstijd
  • Nederland - koude woestijn - weinig tot geen plantengroei.
  • zeespiegel laag - Noordzee droog. 
  • Water uit zee lag bevroren op land (landijs en gletsjers
  • westenwind - dekzand.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Er zijn 4 type sedimenten
rivieren: Fluviatiele sedimentatie
wind: eolische sedimentatie
Zee: mariene sedimentatie
Gletsjers: Glaciale sedimentatie

Slide 11 - Diapositive

Deze zwerfkei die je hier ziet, hoe is die hier gekomen?
Wat voor soort sediment is het?

Slide 12 - Diapositive

De aarde is 4.6 miljard jaar oud

Het Pleistoceen begon 2.5 miljoen jaar geleden
Koude en warme periodes wisselde elkaar 
af. Een koude periode noemen we een
Glaciaal of ijstijd. (80 tot 100 duizend jaar)

Warmere periodes worden interglacialen
genoemd (10 tot 20 duizend jaar).
We leven nu in een interglaciaal: 
Het Holoceen 

Slide 13 - Diapositive

2 belangrijke ijstijden: Het Saalien en het Weichselien
De voorlaatste ijstijd, het Saalien (begon 238.000 jaar geleden)
De laatste ijstijd, het Weichselien (begon 115.000 jaar geleden)


Slide 14 - Diapositive

Stuwwallen

Vroeger stroomde de Nederlandse rivieren naar het Noorden, en legde veel grind, zand en klei neer. Het ijs duwde dit omhoog: Stuwwallen. En het ijs schuurde grond weg: Glaciale bekkens.

Hoe ziet dat er nou in Nederland uit?
PS. Het landschap was nog veel extremer toen het ijs net weg was.

Slide 15 - Diapositive

Wat hoort waar?
IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 16 - Question de remorquage

Gletsjers nemen heel veel sediment mee. Zoals deze zwerfkei. Wat werd er vroeger met deze zwerfstenen gemaakt?
(en zien we nu nog steeds?)

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

De laatste ijstijd wordt het Weichselien genoemd.
Het landijs bereikte toen niet Nederland, maar het was wel koud: Nederland was samen met de droog gevallen noordzee een Poolwoestijn.

De wind blies vanuit het noorden en zand van de noordzee werd over Nederland geblazen: Dekzand
Dekzand is relatief zwaar en belande tussen de stuwwallen

Het lichtere materiaal, werd door de wind helemaal naar
Limburg meegenomen. En vooral aan de Oostzijde van 
heuvels neergelegd: Löss

Slide 19 - Diapositive

Maken Par. 5.3 
Lezen paragraaf 5.3
Afmaken opdrachten par 5.3 

Slide 20 - Diapositive

Wat hoort waar?

Gletsjers
Rivieren
Wind
Zee
Glaciaal sediment
Fluviatiel sediment
Eolisch sediment
Marien sediment

Slide 21 - Question de remorquage