Laatste les voor de toets T 4 waarnemen en regelen klas 1

Laatste les voor de toets T 4 waarnemen en regelen klas 1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Laatste les voor de toets T 4 waarnemen en regelen klas 1

Slide 1 - Diapositive

Wat is GEEN zintuig?
A
je oor
B
je vinger
C
je neus
D
je oog

Slide 2 - Quiz

Dit vangen de zintuigcellen in je zintuigen op
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels

Slide 3 - Quiz

Wat is een impuls?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit de omgeving

Slide 4 - Quiz

Prikkels en impulsen

            Prikkel


            Impuls

Slide 5 - Diapositive

De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____
A
Zweet
B
Vocht
C
Talg
D
Slijm

Slide 6 - Quiz

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de huid.
Lederhuid
Opperhuid
Hoornlaag
Kiemlaag

Slide 7 - Question de remorquage

In welke laag worden de nieuwe cellen gemaakt?
A
opperhuid
B
hoornlaag
C
kiemlaag

Slide 8 - Quiz

slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies

Slide 9 - Question de remorquage

Vanaf hoeveel decibel kun je gehoorschade oplopen?
A
60
B
80
C
100
D
120

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN onderdeel van het oog ?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Traanvlies

Slide 11 - Quiz

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 12 - Quiz

Bij veel licht ziet de pupil er zo uit:
A
B

Slide 13 - Quiz

11. Wat geeft nummer 4 aan?
A
Pupil
B
Lens
C
Iris
D
Netvlies

Slide 14 - Quiz

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 15 - Quiz

Je eet een boterham
met jam. Wanneer weet je dat je de jam proeft?
A
Als de smaakstoffen bij je smaakzintuigen komen.
B
Als de geurstoffen bij het reukzintuig komen.
C
Als de hersenen de berichten van de smaakzintuigen en het reukzintuig samenvoegen.

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet bij het (centraal)zenuwstelsel?
A
hersenen
B
zenuwen
C
ruggenmerg
D
zintuigen

Slide 17 - Quiz

Van je hersenen naar....
Van.... naar je hersenen.
Prikkels
Impulsen

Slide 18 - Question de remorquage

Traanklier
Traanbuis
Afvoer traanvocht
Aanmaak traanvocht

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is geen hormoonklier?
A
Eilandjes van Langerhans
B
Hypofyse
C
Nieren
D
Schildklier

Slide 20 - Quiz

30 Seconds!
  • De klas wordt in 2 teams gedeeld 
  • 1 iemand van het team komt naar voor en trekt een kaartje 
  • Op het kaartje staat een begrip (Wat je voor de toets moet weten!)
  • Omschrijf het begrip zonder het woord te noemen
  • Jouw team moet het woord raden!! (dat is een punt)

Slide 21 - Diapositive