klas2-wk 6-les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Nederlands 

 

programma rest van het jaar

nabespreken toets en schrijfopdracht

Leesvaardigheid

Jeugdboek lezen

7 mei 2020

programma tot 17 juni

Leesvaardigheid H5+ H6

Toets op  19 juni

jeugdboek lezen

nabespreken SO grammatica

Toets is binnenkort in te kijken op LessonUp. (technisch probleempje)
Je kunt dan de juiste antwoorden zien. 

(let op: beoordeling in LessonUp klopt niet met het cijfer in SOM)

Dringend advies: 
Fouten opnieuw leren en oefenen. 

Hulp Jasper vragen. 

nabepreken schrijfopdracht

uitleg van de rubrik

belangrijk: opmerkingen en verbeteringen goed bestuderen.

opdracht: Noteer in je schrift wat je nog niet goed kunt

Leesvaardigheid

Theorie: herhaling

Hoe? --> eerst samen de dia's doorlopen (15 minuten)

                   Daarna opdracht maken.

Ik deel deze les met de klas.
Je kunt de dia's opslaan en gebruiken voor de voorbereiding van de toets.

Herhaling H1 pag. 8

orienterend lezen: 
titel, inleiding, kopjes, afbeelding  en bron bestuderen 

globaal lezen:

eerste en laatste regel van alinea's in middenstuk lezen

precies lezen:
Hele tekst zorgvuldig lezen

doel:

onderwerp vaststellen.
onderwerp noemen in paar woorden.

nooit benoemen met een hele zin.

deelonderwerpen vinden.

hoofdgedachte vinden.
Staat vaak in laatste alinea.
Is altijd een zin.
Is nooit een vraag maar het antwoord.

Herhaling H2 pag. 48

Hoofdzaken     ---------     Bijzaken

staan in de kernzinnen van de alinea's. (meestal 1e of 2e zin).
Staat vaak ook grotendeels in de inleiding of in het slot.

dit zijn de voorbeelden en
de uitleg na de kernzin.

voor een samenvatting schrijf je de hoofdzaken op

Herhaling H4 pag. 87-88

Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinnen en alinea's

chronologisch (tijd)

eerst, daarna, toen, later, vroeger, nu

opsommend 

ter eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte

tegenstellend 

maar, echter, toch, aan de ene kant, hoewel

Herhaling H5 pag. 127-128

Feit

Het is zo.
Je kunt het controleren

mening / standpunt/

Wat iemand vindt 

je kunt het ermee eens of oneens zijn

soms presenteren mensen een mening als een feit .
Je moet goed opletten.
(nepnieuws)

argument

Als je zegt waarom je
een mening hebt

signaalwoorden:

want, omdat, 

namelijk, immers

Herhaling klas 1 

tekstdoelen

zender heeft een boodschap

ontvanger moet de boodschap  begrijpen

wat wil de schrijver van mij?

Tekstdoelen (klas 1)

tekstdoel	de schrijver wil	voorbeeld
uitleggen (instrueren)	zeggen hoe je iets moet doen	recept, handleiding, schoolboektekst
informeren *!*	je iets laten weten	nieuwsbericht, folder bij de dokter
overtuigen	zijn mening geven	ingezonden brief, reactie op een website
overhalen	dat je iets gaat doen (of niet gaat doen)	advertentie, flyer
amuseren	je vermaken	leesboek, strip, songtekst, gedicht

Tekstdoel?

opdracht

Maak blz. 167 opdracht 1

antwoorden vóór de volgende les uploaden.

Welke zes verbanden kun je nu herkennen?
(antwoord op blz. 88+168)

Einde van de les

Wat heb je geleerd over Leesvaardigheid?

• Alle theorie is herhaald en je weet dat je die moet kennen. 
  Zorg dat je alles leert en herhaalt en herhaalt en herhaalt en...
  
• Een schrijver heeft een doel met zijn tekst.
  Zorg dat de de tekstdoelen leert en herhaalt en herhaalt en.... 

Tip: 

maak zelf goede aantekeningen van alle theorie, want die heb je volgend jaar weer nodig.