Les 29: Tekststructuren

Les 29: Tekststructuren
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
LessonUpSecundair onderwijs

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Les 29: Tekststructuren

Slide 1 - Diapositive

Titels en boodschappen



Wat zal de hoofdgedachte zijn in de teksten die bij de volgende titels horen? 

Slide 2 - Diapositive

Welke tekststructuur heeft de tekst bij
'100 km/u op Nederlandse snelwegen'?
A
probleemstructuur
B
maatregelstructuur
C
handelingsstructuur
D
evaluatiestructuur

Slide 3 - Quiz

Op welke vragen verwacht je een antwoord te krijgen? 

Slide 4 - Diapositive

Wat is de maatregel?
Waarom is de maatregel nodig? 
Hoe wordt de maatregel uitgevoerd en door wie? 
Wat zijn de verwachte gevolgen? 

Slide 5 - Diapositive

Welke tekststructuur heeft de tekst bij
'Zijn jongeren sterker dan oudere generaties'?
A
probleemstructuur
B
maatregelstructuur
C
onderzoekstructuur
D
evaluatiestructuur

Slide 6 - Quiz

Op welke vragen verwacht je een antwoord te krijgen? 

Slide 7 - Diapositive

Wat wordt er onderzocht? 
Hoe wordt het onderzocht? 
Wat zijn de resultaten? 
wat is de conclusie? 

Slide 8 - Diapositive

Welke tekststructuur heeft de tekst bij
'Pasta met balletjes en shiitake'?
A
handelingstructuur
B
maatregelstructuur
C
onderzoekstructuur
D
evaluatiestructuur

Slide 9 - Quiz

Op welke vragen verwacht je een antwoord te krijgen? 

Slide 10 - Diapositive

Wat is het doel van de handeling (wat wil je doen)?
Wat zijn de voorwaarden/benodigdheden?
Hoe verloopt de handeling? 
Wat is de uitkomst? 


Slide 11 - Diapositive

Welke tekststructuur heeft de tekst bij
'De kijktip voor dit verlengde weekend: 'Into the Night''?
A
probleemstructuur
B
maatregelstructuur
C
onderzoekstructuur
D
evaluatiestructuur

Slide 12 - Quiz

Op welke vragen verwacht je een antwoord te krijgen? 

Slide 13 - Diapositive

Wat wordt er geëvalueerd? 
Wat zijn de positieve en negatieve punten? 
Wat is het eindoordeel? 
Wat kan of moet er gedaan worden? (bv. wel of niet kijken)

Slide 14 - Diapositive