TH3 - periode 1 - Herhaling Democratische revolutie

Herhaling 
Democratische revolutie Nederland
(1848)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 
Democratische revolutie Nederland
(1848)

Slide 1 - Diapositive

Wie was vóór 1848 de baas in Nederland
A
Alleen de koning
B
De koning met bepaalde bestuursorganen in NL
C
Het volk in de vorm van de Staten-Generaal
D
De koning samen met de Staten-Generaal

Slide 2 - Quiz

Waarom werd Willem I gehaat bij het volk? (noem 2 redenen)

Slide 3 - Question ouverte


Koning-koopman

  • Willem I wil van Nederland een modern land maken
  • Om dit te kunnen betalen richtte hij de Nederlandsche Handelsmaatschappij (NHM) op.
  • Deze maatschappij zorgde ook dat de handel met Indië weer winstgevend werd
  • Willem I wordt soms, spottend, ook wel koning-koopman genoemd

Slide 4 - Diapositive

Wat is het gevolg van het beleid van Willem I?
A
Hij werd gehaat bij de zuidelijke Nederlanden
B
Hij raakte een deel van zijn macht kwijt
C
Hij hield het noorden van de Nederlanden rijk
D
Alle drie zijn juist

Slide 5 - Quiz

1830-1839: België wordt onafhankelijk
Oorzaken:
  • Nederlands officiële taal

  • Protestantse geloof is de staatsgodsdienst: België is katholiek

  • Belangrijke banen vaak in handen van Nederlanders

  • Nederland wordt voorgetrokken

Slide 6 - Diapositive

Wie werden benoemd door de koning?
A
Ministers
B
Ministers en Eerste kamer
C
Ministers en Tweede kamer
D
Ministers, Eerste kamer en Tweede kamer

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Waarom was het voor de koning handig dat hij de Eerste kamer mocht benoemen voor het leven?

Slide 9 - Question ouverte

De stroming van ideeën die het meest tegen het beleid van de koning waren heetten...?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Alle drie

Slide 10 - Quiz

De leider van de liberalen heette...?
A
Koning Willem II
B
Johannes Thorbecke
C
Aletta Jacobs

Slide 11 - Quiz

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  1. Koning is onschendbaar
  2. Ministeriële verantwoordelijkheid

  • Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)

Slide 12 - Diapositive

1840-1848: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen

  • Regeert, min of meer, als absolute vorst

  • Moet niets weten van democratie

  • Moeizame relatie met zijn vader

Slide 13 - Diapositive

Waarom stemde koning Willem II in met een liberale grondwet in 1848?
Dit betekende toch minder macht...?

Slide 14 - Question ouverte


Paniek bij de vorsten
in heel Europa!




Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wie kreeg meer macht na de nieuwe grondwet van 1848?
A
Het volk in de vorm van de Tweede Kamer
B
Het volk in de vorm van de Eerste kamer
C
De koning in de vorm van onschendbaarheid
D
Alle drie

Slide 17 - Quiz

Welke mensen werden als enigen nog door de koning benoemd na 1848?
A
Ministers
B
De Eerste kamer
C
De Tweede kamer
D
Alle drie

Slide 18 - Quiz

Waarom is de nieuwe democratie (wat het volk beslist betekent) niet echt democratisch (voor het volk?)

Slide 19 - Question ouverte