Rekenen 2.1.1

Rekenen 2.1.1
Je verkent getallen groter dan 1 miljoen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rekenen 2.1.1
Je verkent getallen groter dan 1 miljoen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe schrijf je 1 miljoen uit in getallen?

Slide 3 - Question ouverte

76 x 6 =
A
342
B
456
C
437
D
532

Slide 4 - Quiz

94 x 8 =
A
725
B
472
C
752
D
528

Slide 5 - Quiz

85 x 9 =
645?
469?
765?
Laat zien hoe je dit uitrekent.

Slide 6 - Question ouverte

86 x 4 =
A
344
B
198
C
382

Slide 7 - Quiz

56 x 6 =
A
253
B
350
C
336

Slide 8 - Quiz

86 x 8 =
A
828
B
692
C
688

Slide 9 - Quiz

83 x 7 =
A
563
B
581
C
807

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Lien

wat komt erna?

Slide 12 - Diapositive

Wat komt erna?

Slide 13 - Carte mentale

Welke 3 aanbieders hebben de meeste abonnees in 2010?

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel abonnees heeft KNC in 2010 minder dan in 2009?

Slide 15 - Question ouverte

Pak een kladblaadje of je wisbordje
Reken van alle internet-aanbieders het verschil tussen 2009 en 2010 uit.
Onthoud je antwoorden, zodat je dit op de volgende slide kunt invullen.

Slide 16 - Diapositive

Schrijf onder elkaar in goede volgorde de antwoorden op

Slide 17 - Question ouverte

Je kunt ook rekenen met bytes, kilobytes en megabytes. Het lied 'Mijn hond heet FIK' is 3 MB. Na 13 seconden is het lied voor 800 kB gedownload. Hoeveel MB blijft er over? Hoeveel bytes is dat?

Slide 18 - Question ouverte

schrijf het anders op:
1,4 miljoen

Slide 19 - Carte mentale

Schrijf het anders op:
3,5 miljoen

Slide 20 - Carte mentale

Schrijf het anders op:
2,1 miljoen

Slide 21 - Carte mentale

Schrijf het anders op:
1,8 miljoen

Slide 22 - Carte mentale

schrijf het anders op:
0,7 miljoen

Slide 23 - Carte mentale

Reken het verschil uit:
2,6 miljoen en 1,4 miljoen

Slide 24 - Question ouverte

Reken het verschil uit:
1,8 miljoen en 3,5 miljoen

Slide 25 - Question ouverte

Reken het verschil uit:
7,8 miljoen en 0,9 miljoen

Slide 26 - Question ouverte

Reken het verschil uit:
1,4 miljoen en 800.000

Slide 27 - Question ouverte

Reken het verschil uit:
1,5 miljoen en 900.000

Slide 28 - Question ouverte

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Wat vond je lastig?

Slide 30 - Carte mentale

Wat vond je een eitje?

Slide 31 - Carte mentale