Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
0
Slide 1 - Vidéo
Kenmerken van PopArt
Figuratief
Speels gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur. Ironie en humor.
Gebruik van commerciële materialen en voorwerpen, producten uit het leven van alledag.
De beeldende middelen worden gebruikt als bij reclame, film, televisie, affiches en strips. Vervreemding door vergroting of herhaling, of door gebruik van ongebruikelijke materialen.
Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar. Soms laat hij werk zelfs door anderen uitvoeren. De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
De identiteit van de kunstenaar, zijn imago, wordt soms zorgvuldig opgebouwd.
Slide 2 - Diapositive
Richard Hamilton
'Just what is it that makes today’s homes so different, so appealing?'
Een collage-achtig uiterlijk, zowel in twee- als driedimensionale beelden.
Figuratief
Slide 3 - Diapositive
Jasper Johns
'Three Flags'
Vervreemding door vergroting of herhaling
Slide 4 - Diapositive
Jasper Johns
'An Allegory of Painting'
De kunstenaar gebruikt vaak 'ready mades': kant-en-klare, bestaande voorwerpen
producten uit het leven van alledag
Slide 5 - Diapositive
Andy Warhol
'Soup Cans'
Speels gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur. Ironie en humor.
Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar.
Slide 6 - Diapositive
Na de 2
Na de 2de wereldoorlog staat West Europa erg open voor de consumptiemaatschappij uit Amerika en krijgt deze veel invloed. Hoe komt dat?
A
In Amerika is alles veel groter en mooier dan in Europa.
B
De Amerikanen hebben (onder andere) een einde gemaakt aan de 2e wereldoorlog.
C
Amerika heeft financieel bijgedragen aan de wederopbouw van Europa.
D
Amerika heeft van oorsprong een rijkere cultuur
Slide 7 - Quiz
Wat is (wat betreft voorstelling) de inspiratie voor pop art?
A
Felle kleuren, uitvergrotingen en herhalingen
B
Manier van schilderen
C
De moderne consumptie maatschappij en amusementsindustrie
D
Het gewone ongewoon maken
Slide 8 - Quiz
De kunstenaar Roy Liechtenstein gebruikte de strip als inspiratiebron voor zijn werk. Aan welke drie elementen zie je dat het hier om een uitvergroot stripplaatje gaat?
A
stipjes, egale kleurvlakken en zwarte lijnen
B
Rasterpunten, primaire kleuren en uitvergroting
C
Primaire kleuren, zwarte contourlijnen en egale kleurvlakken
D
Rasterpunten, contourlijnen en monochrome kleurvlakken
Slide 9 - Quiz
A
Andy Warhol is een belangrijke Popart kunstenaar. Waarom is dit werk, wat betreft voorstelling, een typisch voorbeeld van Popart?
A
Je ziet herhalingen en
'blow-up's'
B
Je ziet felle kleuren en herhalingen.
C
Het zijn voorwerpen uit de supermarkt en ze zijn kleurrijk
D
Het onderwerp van dit werk komt uit het dagelijks leven.
Slide 10 - Quiz
Keith Haring tekende graag op de zwarte krijtbordjes in de metro. Geef een reden waarom juist deze lege affiche plekken in de metro zo'n aantrekkelijk waren voor Haring.
Slide 11 - Question ouverte
High artlow culture
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Sleep de onderstaande afbeeldingen naar de juiste plek