Snorkelen Gagnan

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
TheorieBeroepsopleiding

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat heb ik nodig:
laptop met lesson up, scherm
mobiele telefoon met wifi code van clubgebouw
stickers voor naam en viltstift
masker, snorkel, vinnen, loodgordel, pak, lamp
vissenkaarten
muntjes 20 stuks
2 zakken snoep visjes
deelname certificaat

Slide 2 - Diapositive

Intro bij binnenkomst, sticker voor naam overhandigen met viltstift en naamsticker op borst laten plakken. Wifi verbinding mogelijk maken voor telefoon.

Slide 3 - Diapositive

Voorstellen van instructeurs en begeleiders.
NB: De foto's zijn gemaakt door Maurice van Munster, Rob Aarsen en Eelko Gerritse.
Ga naar de lesson up.com of de lesson up app

Slide 4 - Diapositive

Intro met lesson up app.
Onderwerpen
Snorkel
techniek
Visherkenning
Waterdieren
Water planten

Slide 5 - Diapositive

Onderwerpen van vandaag.
Nb: Vertel dat er een zak visjes drop is te winnen. Wijs de deelnemers daarop.

Slide 6 - Diapositive

Druk op de knop in het midden en laat het rad bepalen welk onderdeel behandeld wordt, pak het materiaal erbij,  laat het zien.
Duikbril/ Masker
  • Getemperd (gehard) glas voor de veiligheid
  • Uitsparingen bij je neus zodat je met je vingers je neus kunt dichtknijpen om je oren te klaren.
  • Kleine afstand tussen het gezicht en het glas zodat de bril sneller is leeg te blazen en voor een breder gezichtsveld.
  • Houd het masker voorzichtig tegen je gezicht, maar laat het maskerbandje los voor je gezicht hangen, dus zonder het om je hoofd te doen.
  • Adem zachtjes door je neus in. Als het masker past, zal het tegen je gezicht aan blijven plakken en daar blijven zitten zonder te lekken en zonder dat je continu door je neus moet blijven inademen.
  • Controleer dat de afsluitrand over de hele rand gelijkmatig op je gezicht aansluit. 
  • Stel het maskerbandje af, zet de duikbril op en beoordeel hoe het masker op je gezicht aanvoelt – het hoort comfortabel te zitten.
Snorkel
  • Begin met het plaatsen van de snorkel in je mond. De snorkelpijp loopt langs je linkeroor.
  • Voel hoe het mond stuk zit. Het moet lekker zitten: zachtjes bijten, je kaken ontspannen, je lippen omsluiten lichtjes het mondstuk, je voelt geen scherpe randjes en het zit recht in je mond.
  • Maak de snorkel vast aan je masker. Zet het masker op en doe de snorkel in je mond. Pas de hoek van de snorkel aan en verstel de bevestiging indien nodig.
  • Bij het ademhalen gaat het er vooral om dat je rustig en diep ademhaalt. 

Vinnen
  • Groot bladoppervlak, gemaakt van ofwel composietplastic of neopreenrubber, om je voldoende vin slagkracht te geven
  • Open hielvinnen. Dit type duikvinnen heeft verstelbare bandjes en is aan één kant open zodat je je voet erin kunt schuiven.  Bij dit type vinnen moet je duiklaarsjes (booties) dragen, nodig voor kouder water en voor bescherming van je voet 
  • Vinnen met een gesloten hiel. Dit zijn vinnen die de hele voet omsluiten. Je trekt ze aan als schoenen.
Loodgordel
  • De loodgordel compenseert het positieve drijfvermogen van het duikpak. 
  • Hierdoor kan de snorkellaar gemakkelijker onder water komen en blijven, zonder zelf naar beneden te blijven zwemmen.
  • Een loodgordel bestaat uit minimaal twee verschillende onderdelen: de gordel zelf en de loodblokken. Eventueel kunnen er nog clipjes op de gordel geplaatst worden welke ervoor zorgen dat de loodblokken niet verschuiven. 
Natpak
  • Een wetsuit (ook wel surfpak of duikpak) is een pak dat zijn drager beschermt tegen onderkoeling.
  • Wetsuits worden van neopreen gemaakt 
  • Als een wetsuit goed aansluit komt er eerst een klein beetje water in, dat wordt dan door het lichaam opgewarmd.
Communicatie
Onderwater kan je niet met elkaar praten, dat is de reden waarom duikers met elkaar communiceren door middel van gebaren. Welke gebaren gebruiken we bij het snorkelen?
  1. Ok signaal
  2. Niet ok signaal
  3. Naar beneden
  4. Naar boven
  5. Kramp
  6. Oren niet klaren
  7. Koud

Slide 7 - Vidéo

Toon de film over het klaren van de snorkel op 2 manieren

Leegblazen van een snorkel, dit kan op twee manieren. De eerste manier doe je door krachtig door de mond uit te ademen terwijl de snorkel zich boven water bevindt. Bij de tweede manier kijk je onder water naar het wateroppervlak en blaas je rustig wat lucht door je snorkel.

Slide 8 - Vidéo

Toon de film over het maken van een hoekduik
Regels bij het snorkelen
Luister naar de instructeur, geef eerlijk antwoord.
Blijf dicht bij de oever.
Let op elkaar.
Geniet van het onderwater leven maar kom nergens aan.
Haal rustig en diep adem.
Klaar je oren op tijd.
Beweeg je vinnen rustig, zo maak je geen stof.
Vraag een buddy mee met een hoekduik.

Slide 9 - Diapositive

Uitleg van de regels

Slide 10 - Diapositive

Zijn er vragen voorzover
Het effect van vinnen op de bodem

Slide 11 - Diapositive

Het effect van het onrustig bewegen van vinnen over de bodem. Behoeft geen uitleg!!
Er zijn in Nederland ongeveer 63 verschillende soorten vissen. Ongeveer 45 zijn er inheems ( komen van nature voor)
Hoe kunnen we deze vissen herkennen?
Tip pak de vissenkaart erbij.

Slide 12 - Question ouverte

Pak de telefoon erbij met lesson up, laat de cursisten de vraag beantwoorden. Er komt bekijken in het scherm te staan.
Schubben
Ronde schubben
Kam schubben
Schubben

Slide 13 - Diapositive

Luister naar de ingesproken tekst
De bek
Bekdraden
Bekstanden
Bekdraden en bekvormen

Slide 14 - Diapositive

Luister naar de ingesproken tekst.
Kleuren van de vis
Kleuren van de vis

Slide 15 - Diapositive

Luister naar de ingesproken tekst
De Vinnen

Slide 16 - Diapositive

Luister naar de ingesproken tekst.
We gaan op zoek naar de Big 5
De BIG 3 van de Beldert

Slide 17 - Diapositive

Laat de deelnemers opzoeken welke vissen het zijn.
We gaan op zoek naar de Big 5
Straalvinnige vis, beenvis, heeft geen schubben.
♂ 85 cm
♀1.50 cm
  • 16 kg
  • 15 jaar
Kleine vissoorten, eigen soortgenoten
Patroon van meestal zes donkere dwarsbanden. Aan de achterkant van de voorste rugvin heeft de baars altijd een zwarte vlek. De staart en de onderste vinnen hebben een oranje zweem.
Kleine vissoorten, krab, kikker, eenden. Eigen soortgenoten
Wormen en bodem vissen
Gestroomlijnd lang lichaam, kleine vinnen, krachtige staartvin. Brede bek met naar achter gerichte tanden.
60 cm 
2000 cm
  • 4.5 kg
  • 16 jaar
  • 220 kg voor een volwassen
  • 50 jaar

Slide 18 - Diapositive

Bepaal welke vis behandeld wordt en draai aan de schijf, geef na een keer draaien aan dat je deze categorie niet nog een keer wilt.
Laat de deelnemers uitzoeken welk kenmerk van welke vis is.

 Snoek
Kenmerken:
Gestroomlijnd lang lichaam, kleine vinnen, krachtige staartvin. Brede bek met naar achter gerichte tanden.
Lengte
♂ 85 cm
♀1.50 cm
Gewicht
16 kg
Leeftijd
15 jaar
Menu:
Kleine vissoorten, krab, kikker, eenden. Eigen soortgenoten

Steur
Kenmerken:
Straalvinnige vis, beenvis, heeft geen schubben
Lengte
2 meter gemiddeld
Gewicht
220 kg voor een volwassene
Leeftijd
50 jaar
Menu:
Wormen en bodem vissen

Baars
Kenmerken:
Patroon van meestal zes donkere dwarsbanden. Aan de achterkant van de voorste rugvin heeft de baars altijd een zwarte vlek. De staart en de onderste vinnen hebben een oranje zweem.
Lengte:
60 centimeter gemiddeld
Gewicht
4.5 kg voor een volwassene
Leeftijd
16 jaar
Menu:
kleine vissoorten eigen soortgenoten


Slide 19 - Diapositive

Zijn er vragen
Waterdieren
Waterdieren

Slide 20 - Diapositive

Luister naar de ingesproken tekst

Slide 21 - Vidéo

Bekijk het filmpje
Waterplanten
Schuilplaats
Zuurstof productie
Voedselgebied
Nestplaats
Waterplanten

Slide 22 - Diapositive

Luister naar de ingesproken tekst

Slide 23 - Vidéo

Bekijk het filmpje

Slide 24 - Diapositive

Zijn er vragen?
Snorkelen in het schemerdonker/ donker
Hoe ga je met je lamp om?
  • Schijn niet in elkaars ogen. 
  • Heb je iets gezien laat het weten door je lamp naar beneden gericht heen en weer te bewegen.

Slide 25 - Diapositive

Uitleg over de lamp
Welke materialen heb je nodig bij het snorkelen?
timer
0:20
A
Perslucht, natpak, vinnen
B
Duikbril, perslucht, vinnen
C
Duikbril, Snorkel, Lood, natpak, vinnen, lamp
D
Duikbril, lood

Slide 26 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Hoe haal je adem bij het snorkelen?
timer
0:20
A
Snel en diep
B
kalm en oppervlakkig
C
Snel en opervlakkig
D
Rustig en diep

Slide 27 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Wat betekent dit gebaar?
timer
0:20
A
Bah
B
Omhoog
C
Het gaat slecht
D
Het gaat goed/ Oké

Slide 28 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Heeft de snoek ronde schubben?
timer
0:20
A
Ja
B
Misschien
C
Nee
D
Weet niet

Slide 29 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Heeft de steur bekdraden?
timer
0:20
A
Ja
B
Misschien
C
Nee
D
Weet niet

Slide 30 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Welke uiterlijke kenmerken heeft de baars?
Welke uiterlijke kenmerken heeft de Baars?
timer
0:20
A
Camouflage vlekken met een groene staart
B
Patroon van meestal zes donkere dwarsbanden. Aan de achterkant van de voorste rugvin heeft de baars altijd een zwarte vlek. De staart en de onderste vinnen hebben een oranje zweem.
C
Goudgele schubben in rijen
D
Slank lichaam met een platte bek

Slide 31 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Zoek met hulp van de zoekkaart de waterplant, welke je op de afbeelding hiernaast ziet.
timer
0:20
A
Krabbescheer
B
Waterlelie
C
Kroos
D
Watermunt

Slide 32 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Zoek met hulp van de zoekkaart het waterdiertje op, welke je op de afbeelding hiernaast ziet.
timer
0:20
A
Libellelarve
B
Duikerwants
C
Kokerjuffer
D
Bootsmannetje

Slide 33 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Om alles goed te kunnen zien schijn ik met de lamp bij op ooghoogte van anderen.
timer
0:20
A
Ja
B
Nooit
C
Nee
D
Weet niet

Slide 34 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.
Als ik het koud krijg snorkel ik gewoon door en vertel het niet aan de instructeur/ begeleider.
Is dit verstandig?
timer
0:20
A
Ja
B
Nooit
C
Nee
D
Weet niet

Slide 35 - Quiz

Hou de score per vraag bij. Geef per vraag de winnaar een muntje. Diegene die als laatste de meeste muntjes heeft wint de prijs.

Slide 36 - Diapositive

Dit was de theorie les. De opbrengst hiervan gaat naar het KWF. Ik heb mij belangeloos ingezet aangezien ik in mijn gezin van dichtbij de gevolgen van kanker zie en heb gezien.
We gaan de spullen bij elkaar zoeken!!

Slide 37 - Diapositive

We gaan ons klaar maken voor de tocht!