Asking questions with to be

Asking questions with to be
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Asking questions with to be

Slide 1 - Diapositive

Asking questions with to be
Je moet het rijtje van to be uit je hoofd kennen.
I am
You are
He/She/It is
We are
You are
They are

Slide 2 - Diapositive

Asking questions with to be
Hoe maak je een vraagzin met het werkwoord 'to be'?

Regel:
Je zet Am, Is of Are vooraan de zin
Voorbeeld
They are really cool. --> Are they really cool? 

Slide 3 - Diapositive

Let's practise
We gaan oefenen met het maken van vraagzinnen met het werkwoord 'to be'. 
Je ziet de bevestigende zin en 
daar moet je een vraagzin van maken. 
Let's go! 

Slide 4 - Diapositive

Maak vragend:
We are good students.

Slide 5 - Question ouverte

Maak vragend:
He is good at history.

Slide 6 - Question ouverte

Maak vragend:
The kids are okay.

Slide 7 - Question ouverte

Maak vragend:
Chris and Shirley are a couple.

Slide 8 - Question ouverte

Maak vragend:
I am the best.

Slide 9 - Question ouverte

Maak vragend:
I am playing the violin.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe maak je een vraagzin met het werkwoord 'to be'?
A
Zet 'not' achter am, is of are
B
Zet een vraagteken achter de zin.
C
Zet am, is of are vooraan de zin en eindig met ?
D
Zet to be vooraan de zin.

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de vormen van to be?
A
have en has
B
am, is, are
C
do en does
D
to be

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive