PEDA 3 les 7 online

Kindgericht werken
wat houdt dit in?
1 / 18
suivant
Slide 1: Carte mentale
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kindgericht werken
wat houdt dit in?

Slide 1 - Carte mentale

  • Inleven
  • aansluiten bij de belevingswereld
  • respect hebben
  • eerlijk en open zijn
  • aandacht
  • vriendelijkheid
  • betrokkenheid
  • enthousiasme en inspirerend zijn
  • band opbouwen
  • ruimte geven om zelfstandig te worden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met de leefwereld van een kind bedoelen we, hoe een kind de wereld om zich heen beleeft
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe krijg je een vertrouwensband met een kind?
A
Je krijgt vanzelf een band met een kind als je met een kind werkt
B
Kinderen vertrouwen iedereen zonder meer, je hoeft hier geen moeite voor te doen
C
Door voorspelbaar en stabiel te reageren
D
Je moet veel met het kind praten

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is je houding als je kinderen wilt helpen zelfstandig te worden?
A
Je laat kinderen altijd alles eerst zelf proberen
B
Je helpt kinderen met alles
C
Je legt alles uit en laat ze het zelf doen
D
Je kijkt per kind of het iets zelfstandig kan proberen of dat het hulp nodig heeft

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Enthousiasme betekent dat je continu staat te springen en te dansen


A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bewering A: Betrokkenheid geeft kinderen een veilig gevoel
Bewering B: Betrokkenheid is niet per se noodzakelijk in een IKC, zolang je maar enthousiast bent
A
Bewering A en B zijn allebei onjuist
B
Bewering A is onjuist en bewering B is juist
C
Bewering A en B zijn allebei juist
D
Bewering A is juist en bewering B is onjuist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aansluiten bij de belevingswereld betekent dat je inspeelt op de fantasie van een kind
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleven betekent dat je je gedrag afstemt op een ander
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Respect hebben voor kinderen betekent onder andere dat je naar ze luistert
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stelling over vriendelijkheid op de werkplek is juist?
A
Als je je werk goed wilt doen, moet je alle kinderen waar je mee werkt leuk vinden
B
Je blijft altijd vriendelijk tegen kinderen op je werk
C
Je kunt niet doen alsof je alle kinderen even leuk vindt
D
Soms ben je gewoon even onvriendelijk, dat overkomt de beste

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een kind vervelend gedrag laat zien komt dit vaak door
A
Bewering A is juist en bewering B is onjuist
B
Bewering A is onjuist en bewering B is juist
C
Bewering A en B zijn allebei juist
D
Bewering A en B zijn allebei onjuist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewering over ‘open en eerlijk zijn tegen kinderen’ is juist?
A
Je moet altijd open en eerlijktegen kinderen zijn
B
In principe ben je open en eerlijk, maar er zijn grenzen
C
Je kunt alles aan kinderen vertellen, zolang het de waarheid is
D
Vanaf acht jaar kun je altijd open en eerlijk zijn

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions