08 - Chapitre 3 - bron H (bezittelijk voornaamwoord)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

bonjour - comment ça va?

avez-vous:

-> vos livres?

-> vos cahiers?

-> vos trousses / stylos?

aujourd'hui nous sommes le ??? ?? ???? ????

repetitie chapitre 3

lundi 10 mars

3eme heure

hv12

repetitie chapitre 3

mardi 11 mars

2eme heure

hv11

devoirs

faire (maken)

exercices 30, 31ab, 32ab, 33abc - pages 126-129

apprendre (leren)

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' - page 133

revoir (herhalen)

vocabulaire ABEF - page 130-131

grammaire verbe être - page 133

hv12

jeudi 6 mars

3e heure

devoirs

faire (maken)

exercices 30, 31ab, 32ab, 33abc - pages 126-129

apprendre (leren)

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' - page 133

revoir (herhalen)

vocabulaire ABEF - page 130-131

grammaire verbe être - page 133

hv11

mardi 4 mars

2e heure

qu'est-ce qu'on va faire?

• révision chapitre 3 vocabulaire + phrases-clés + verbe être
•                            het bezittelijk voornaamwoord
• rétrospection (terugblik) doelen gehaald?

     -> BUT: je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken <-

vocabulaire ABEF + phrases-clés C

pages cent-trente -> cent-trente-deux

zo doe je dat

• je gaat meteen aan het werk
• je bent geconcentreerd
• je ben actief en je leert
• je bent stil

questions - réponses

• Tu es en quelle classe? Je suis en.....
• Tu as quelles matières le jeudi? Le jeudi, j'ai...
• La récré, c'est à quelle heure? La récré est à...
• Quelle heure est-il? Il est 8.54|10.15|11.30

Je _____ en cinquième, et toi
tu _____ en quatrième.

Vous __________ le prof de français?

Lucy _________ en quatrième.
Et nous ________ au collège.

Mes amies _________ au restaurant.

het bezittelijk voornaamwoord

• het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is
• c'est mon stylo / c'est ta trousse / c'est nos problèmes
• in het Frans hangt de vorm van het bezittelijk voornaamwoord ALTIJD af van het zelfstandig naamwoord dat VOLGT
• c'est _____ stylo -> stylo = m/e -> mon
• c'est _____ trousse -> trousse = v/e -> ta
• c'est _____ problèmes -> problèmes = m/m -> nos
• daarom heb je in het Frans zoveel bezittelijke vrnmwrden

page cent-vingt-six

exercice trenteA - page cent-vingt-six

HOE ga JIJ deze verschillende vormen onthouden?

let op: als het zelfstandig naamwoord met een klinker begint of een stomme h, -> mon, ton, son

mon amie / ton histoire / son attitude

exercice trenteC - page cent-vingt-sept

welke 3 vormen kun je gebruiken in het Frans voor de vertaling van het woord jouw? _____________, _____________ en _____________

welke 3 vormen kun je gebruiken in het Frans voor de vertaling van het woord mijn? _____________, _____________ en _____________

exercice trenteD - page cent-vingt-sept

devoirs

faire (maken)

exercices 30, 31ab, 32ab, 33abc - pages 126-129

apprendre (leren)

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' - page 133

revoir (herhalen)

vocabulaire ABEF - page 130-131

grammaire verbe être - page 133

check
kan ik het bezittelijk voornaamwoord gebruiken?

1. ja, dat kan ik
2. ik begrijp het niet
3. ja, ik moet nog wel oefenen