Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Werken in de thuiszorg bij ouderen - Deel B
Slide 1 - Diapositive
Wat is mantelzorg?
A
Zorgen voor een bekende voor geld.
B
Zorgen voor een onbekende voor geld
C
Zorgen voor een bekende onbetaald
D
Zorgen voor iemand als vrijwilliger
Slide 2 - Quiz
ZELFZORG
PROFESSIONELE ZORG
MANTELZORG
Slide 3 - Question de remorquage
Hoe heet dit verbandmateriaal?
A
dekverband
B
steunverband
C
snelverband
D
rekverband
Slide 4 - Quiz
Welk verband leg je aan bij een verstuiking?
A
drukverband
B
dekverband
C
rekverband
D
snelverband
Slide 5 - Quiz
Een vriend van jou is tijdens het voetballen op straat gevallen. Hij heeft een flinke schaafwond en klaagt over pijn aan zijn schouder. Zet de stappen in de juiste volgorde.
stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Je verwijst naar de huisarts ivm schouder
Je neemt een steriel gaasje en ontsmettings middel.
Je spoelt de wond schoon
Je dekt de wond steriel af met een snelverband
Je dept de wond zachtjes droog
Slide 6 - Question de remorquage
Stelling:
In het zorgdossier staan allerlei gegevens over de zorgvrager, o.a. algemene gegevens en medische gegevens
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Vidéo
Welke brandwond zie je hier?
Slide 9 - Question ouverte
Ondersteunen bij verplaatsen
Hulpmiddelen die mensen zelf kunnen gebruiken:
- Sta op stoel
- driepoot stok
- Krukken
- Looprek
- Rollator
- Rolstoel
Slide 10 - Diapositive
wat helpt je om gezond en gevarieerd te eten
A
schijf van vijf
B
de schijf van vier
C
de schijf van gezond eten
D
reclame spotje op tv
Slide 11 - Quiz
Wat is de schijf van 5?
A
Alles wat je iedere dag eet
B
De top 5 gezondste producten
C
Een schijf met gezonde voedingsmiddelen
D
Vijf producten met veel vitamines
Slide 12 - Quiz
Als je volgens de schijf van vijf eet, dan eet je gezond.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Groente/fruit
D
Vocht
Slide 15 - Quiz
Volgens de schijf van vijf moet ik veel olijfolie eten?
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Welk vak van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Oranje
B
Blauw
C
Bruin
D
Groen
Slide 17 - Quiz
Hoort frisdrank in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Van welk product heb je het minste nodig uit de schijf van vijf?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
D
vitamines
Slide 19 - Quiz
Dit hoort er NIET in de schijf van vijf
A
Appels
B
Chips
C
Aardappelen
D
Water
Slide 20 - Quiz
Waar horen de producten?
In de schijf van vijf
Niet in de schijf van vijf
Slide 21 - Question de remorquage
Slide 22 - Vidéo
Voedselvergiftiging
Voedsel waar micro-organismen in zitten die giftige stoffen aanmaken.
Al na 1 uur (tot 12uur) na het eten ziek worden
Verschijnselen:
diarree, overgeven,koorts, krampen
''salmonellabacterie (in kip)-> maakt gifstoffen aan die een voedselvergiftiging kunnen veroorzaken.''
Slide 23 - Diapositive
Iemand die last heeft van obstipatie heeft last van
Slide 24 - Question ouverte
Obstipatie
Verstopping van de darmen
Oorzaak: te weinig beweging, te weinig vezels en te weinig water
Verschijnselen: geen ontlasting, buikpijn
Behandeling: bewegen, veel water drinken, vezels eten
Slide 25 - Diapositive
Het leveren van maatwerk is in de zorg heel belangrijk. Wat betekent maatwerk in de zorg?
A
De zorg is precies afgestemd op de wensen van de zorgverlener.
B
Alle zorgvragers krijgen precies dezelfde soort zorg
C
De zorg is precies afgestemd op de wensen van de zorgvrager.
D
De zorgverlener mag kiezen aan welke zorgvrager hij hulp verleent.
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Vidéo
Ergonomisch tillen
Bij het bewaren van voedingsmiddelen moet je vaak zware dingen tillen.
Zo doe je het ergonomisch:
Hou de last dicht bij het lichaam.
Hou de rug recht.
Buig door de benen.
Til vooral met je beenspieren.
Slide 28 - Diapositive
Ergonomie
Verstandig met je lichaam omgaan, dus letten op een goede houding.
Slide 29 - Diapositive
Wat zijn de basisregels van EHBO
Meerder antwoorden juist
A
Ga eerst na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
B
Let op gevaar
C
Zorg voor professionele hulp
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
Slide 30 - Quiz
Wat doe je als eerstehulpverlener als eerste?
A
Zorg voor professionele hulp
B
Verplaats het slachtoffer
C
Let op gevaar
D
Stel het slachtoffer gerust
Slide 31 - Quiz
Regel 3 is: stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting. Wat wordt hier met ' beschutting' bedoeld?
A
warme deken
B
uit de zon
C
droge plek
D
kan alledrie
Slide 32 - Quiz
Wat is het centrale alarmnummer voor heel Nederland?
A
0611
B
211
C
112
D
212
Slide 33 - Quiz
Wat is de 2de stap voor EHBO?
A
Help het slachtoffer
B
bel 112
C
let op gevaar van de patient
D
kijk wat er is gebeurt
Slide 34 - Quiz
Wat doe je als je een slachtoffer bewusteloos op de grond vindt, naast een trapladder?
A
Je legt het slachtoffer op zijn rug. Je controleert ademhaling en je past de heimlich-greep toe. Je belt 112
B
Je verplaatst het slachtoffer met de Rautek-greep, weg van de ladder. Je controleert de ademhaling en belt 112
C
Je laat het slachtoffer liggen zoals je hem vindt. Je controleert de ademhaling en belt 112
D
Je verplaatst het slachtoffre niet. je legt het slachtoffer in de stabiele zijligging en belt 112
Slide 35 - Quiz
Wat is actief luisteren?
A
Open vragen stellen terwijl naar de tv kijkt.
B
Iemand aankijken tijdens het gesprek en open vragen stellen.
C
Gesloten vragen stellen en op je telefoon kijken.
D
Ligt aan de situatie.
Slide 36 - Quiz
LSD
Herhaal wat de ander gezegd heeft (luisteren)
Vat het samen (samenvatten)
Vraag of je het goed begrepen hebt en vraag om verduidelijking (doorvragen)