6/6 Ln3c voorstellen + onbekende woorden

Welkom!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Even voorstellen
Even voorstellen:
mevrouw Stolk

Slide 2 - Diapositive

Planning 

  • herhalen e-mail
  • opdracht e-mail
  • leesvaardigheid onbekende woorden

Slide 3 - Diapositive

opdracht e-mail 

Slide 4 - Diapositive

Onbekende woorden in een tekst: wat doe je?

Slide 5 - Diapositive

Onbekende woorden
Synoniem
ander woord met dezelfde betekenis. 
individueel --> alleen
Omschrijving
Legt in meer dan één woord de betekenis van een woord uit.
vedette --> een beroemd persoon
Voorbeeld 
Leggen de betekenis van een onbekend woord uit.
zuivelproducten --> kaas, kwark 
Tegenstelling
Tegenovergestelde van de betekenis
riante --> kleine

Slide 6 - Diapositive

maken stencil
  • samen lezen en maken opdracht 1
  • zelfstandig maken opdracht 2
  • samen tekst 5 lezen en opdracht 3 maken 

Slide 7 - Diapositive

Wat gaan we de komende weken doen?

  • 2 uur Cast per week
  • 3 onderdelen: 
  • schrijven
  • lezen/woordenschat 
  • spreken

Slide 8 - Diapositive

Wat heb je bij je in de les?
  • Een etui met pennen, potlood, gum, stift.
  • mapje met stencils
  • Schrift 

Slide 9 - Diapositive

E-mail schrijven
Wat is het verschil tussen een e-mail schrijven aan een vriend(in) en aan een docent?
Vul het formulier in.

Slide 10 - Diapositive

e-mail aan een vriend/vriendin
Als je een e-mail schrijft aan een vriend(in), schrijf je erboven: Hoi Elise,
Je gebruikt de je-vorm.
Je ondertekent met:
Groetjes,
............

Slide 11 - Diapositive

 e-mail aan een docent
Doel:
Een formele (=beleefde) mail schrijven aan een docent.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Je gaat een beleefde mail op papier schrijven aan mij waarin je jezelf voorstelt. 
Eerst volgt de uitleg.

Slide 13 - Diapositive

Regels formele mail
  • Bovenaan schrijf je achter Onderwerp waar de mail over gaat. Voorbeeld: Onderwerp: voorstellen
  • Begin met een formele aanhef. Beste meneer/mevrouw...(+ naam)-> Beste mevrouw Stolk, 
  • Spreek de ander aan met u en gebruik beleefde taal.
  • Gebruik witregels tussen de alinea's.
  • sluit af met een formele groet: Met vriendelijke groeten, en daaronder je voor- en achternaam. 

Slide 14 - Diapositive

alinea's
  • Je schrijft de mail in alinea's.
  • Wat is een alinea?

Slide 15 - Diapositive

Tekst zonder alinea's
Huisdieren
De hond is een trouw huisdier. Je hebt verschillende soorten honden, zoals de herdershond, de teckel en nog meer. Een hond eet het liefst brokken.Ook de kat is een huisdier dat veel mensen hebben. Katten zijn eigenwijze dieren. Sommige katten leven op straat en sommige zijn het liefst binnen.Er zijn mensen die vissen hebben als huisdieren. Die leven in een groot aquarium. Je moet dan regelmatig het aquarium schoonmaken.

Slide 16 - Diapositive

Tekst in alinea's
Huisdieren

De hond is een trouw huisdier. Je hebt verschillende soorten honden, zoals de herdershond, de teckel en nog meer. Een hond eet het liefst brokken.

Ook de kat is een huisdier dat veel mensen hebben. Katten zijn eigenwijze dieren. Sommige katten leven op straat en sommige zijn het liefst binnen.

Er zijn mensen die vissen hebben als huisdieren. Die leven in een groot aquarium. Je moet dan regelmatig het aquarium schoonmaken.

Slide 17 - Diapositive

alinea's

  • Een tekst gaat over een onderwerp.
  • Een alinea gaat over een deel van het onderwerp. Tussen de alinea sla je een regel over. (= witregel)
  • Voorbeeld: een tekst gaat over huisdieren. Alinea 1 gaat over de kat, alinea 2 over de hond en alinea 3 over de vis. Soms heeft een tekst een inleiding waarin je iets schrijft over het onderwerp en soms een slot. (korte samenvatting van de tekst)

Slide 18 - Diapositive

Opbouw mail:
  1. Onderwerp: opdracht Nederlands (onderwerp kort in een paar woorden) Daarna sla je weer twee regels over.
  2. Bij de aanhef schrijf je: Beste mevrouw Stolk, (of een andere naam bij een andere docent. Als je iemand niet kent, schrijf je: Geachte meneer... Daarna sla je weer twee regels over.

Slide 19 - Diapositive

opbouw mail:
Je schrijft de mail in alinea's. Per alinea schrijf je over 1 onderwerp:
Alinea 1: Hoe heet je, uit welk land kom je, waar woon je nu en met wie woon je daar.
Voorbeeld: Mijn naam is Pietje Puk. Ik kom uit Polen. Nu woon ik in Leiden. Ik woon samen met mijn moeder.
Alinea 2: Wat zijn je hobby's?
Alinea 3: Wat wil je leren met Nederlands en wat wil je hierna voor opleiding doen? Wat wil je later voor je beroep gaan doen?
Tussen elke alinea sla je een witregel over.
Na alinea 3 sla je twee regels over. Onderaan de brief zet je de groet en daaronder je naam. Voorbeeld: Met vriendelijke groet/vriendelijke groeten, .... 


Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld opbouw mail:
Beste mevrouw Stolk,


Mijn naam is... Ik kom uit... Ik woon ... jaar in Nederland. Ik woon hier met......
- regel overslaan
Mijn hobby's zijn...
-regel overslaan
Ik wil met Nederlands leren....
- twee regels overslaan

Met vriendelijke groet/vriendelijke groeten, 
- regel overslaan
Pietje Puk


Slide 21 - Diapositive

inleveren mail
  • Als je klaar bent, kijk je de mail goed na op taalfouten.
  • Daarna ga je werken aan $ 1 Onbekende woorden.

Slide 22 - Diapositive

spreekopdracht: interview leerling
  • Probeer zoveel mogelijk vragen te stellen aan je medeleerling.
  • Zorg ervoor dat je de antwoorden onthoudt, zodat je straks je medeleerling kan voorstellen.
  • Hierna volgen een aantal vragen die je kunt stellen.

Slide 23 - Diapositive

vragen interview

1. In welke plaats woon je? 
2. Wat zijn je hobby’s?
3. Heb je broers of zussen, hoe oud zijn zij? 
4. Doe je aan sport? Wat voor sport?
5.  Welke talen spreek je? Welke taal vind jij het mooist? 
6Heb je huisdieren? Welke?
7. Wat is je leukste vak op school? 
8. Wat wil je later worden?
9. Naar welke school ga je na de vakantie?
10. Wat vind je leuk aan die school?


Slide 24 - Diapositive

kennismakingsspel
  • Persoonlijke vragen per kleur:
  • Rood: wat is je favoriete dier?
  • Oranje: wat is je favoriete plek om naar toe te reizen?
  • Geel: wat is je favoriete film(s)?
  • Blauw: Dit is een wild card, je mag zelf wat vertellen.
  • Bruin: waar ben je het meest bang voor?
  • Groen: wat is je favoriete eten?

Slide 25 - Diapositive