Les 3, (1hv) 20-11

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Pak je leesboek en ga stil lezen of ga bezig met de woordzoeker (Vorige woordzoeker af? Steek je vinger op voor een nieuwe)

Stil = ook echt stil
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Pak je leesboek en ga stil lezen of ga bezig met de woordzoeker (Vorige woordzoeker af? Steek je vinger op voor een nieuwe)

Stil = ook echt stil

Slide 1 - Diapositive

Le programme:
- Absentie 
- Nieuwe grammatica --> regelmatige werkwoorden op -er
  1. Uitlegvideo
  2. Aantekening
  3. Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel aan het einde van de les

- Aan het einde van de les kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Diapositive

Ouvre le livre à la page 72 (soixante-douze)

Grammatica

Slide 5 - Diapositive

Exercice 16A 
1) Helpen --> ik help (aider) --> j'aide
2) Zoeken --> ik zoek (chercher) --> je cherche

3) Vragen --> ik vraag (demander) --> je
4) luisteren --> ik luister (écouter) --> j'

Slide 6 - Diapositive

Exercice 16A 
1) Helpen --> ik help (aider) --> j'aide
2) Zoeken --> ik zoek (chercher) --> je cherche

3) Vragen --> ik vraag (demander) --> je demande
4) luisteren --> ik luister (écouter) --> j'écoute

Slide 7 - Diapositive

Vidéo
Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 8 - Diapositive

Aantekening:
Pak je aantekeningenschrift en schrijf mee!

Slide 9 - Diapositive

Even oefenen...
Koppel je laptop met de LessonUp

Slide 10 - Diapositive

Lisa dans... (danser) à la plage.
A
danse
B
dansons
C
danses
D
dansez

Slide 11 - Quiz

Tu parl... (parler) néerlandais?
A
parle
B
parlons
C
parlez
D
parles

Slide 12 - Quiz

Nous travaill... (travailler) dans un restaurant.
A
travaillons
B
travailler
C
travaille
D
travaillez

Slide 13 - Quiz

Ils donn... (donner) un cadeau.
A
donnez
B
donnent
C
donnes
D
donne

Slide 14 - Quiz

Mon père habit... (habiter) à Rijssen.
A
habite
B
habites
C
habitons
D
habitent

Slide 15 - Quiz

Ma mère et moi, nous port... (porter) un t-shirt.
A
porte
B
portons
C
portez
D
portent

Slide 16 - Quiz

Vous ..... (aimer) la musique?

Slide 17 - Question ouverte

Tu ..... (travailler) à la pizzeria?

Slide 18 - Question ouverte

Doe je laptop dicht.

Slide 19 - Diapositive

Aan het werk: (blz. 72)
Wat? Maak exercice 16D, 17AB en 18A
Op welke manier? Je maakt de opdrachten alleen 
Klaar? Ga aan de slag met exercice 19 (gebruik woordenlijst)
Hulp? Heb je vragen, steek je vinger op


Slide 20 - Diapositive

Huiswerk:
- Leren vocabulaire A+B
- (Af)maken exercice 16D, 17AB en 18A
- Bestuderen grammaire D --> regelmatige werkwoorden op -er
À demain!

Slide 21 - Diapositive