‹Revenir à la recherche

Les 2 3hv-theorie-1.5 t/m 1.7

Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Erfelijkheid en evolutie
Op tafel:
Chromebook -> lessonup
Reader genetica


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Herhaling
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Katherina zegt: De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting.
Marnix zegt: De chromosomen van de man bestaan uit 22 paar gelijke chromosomen en 1 paar ongelijke chromosomen.
Wie heeft gelijk?

A
Beide hebben gelijk
B
Alleen Katherina heeft gelijk
C
Alleen Marnix heeft gelijk
D
Beide hebben ongelijk

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen bevat een lichaamscel van een mens?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 2 geslachtscellen die voorkomen bij de mens.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel van een mens?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Autosomen
Geslachtschromosomen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
1.5 Genen en allelen
1.6 Homozygoot en heterozygoot
1.7 Genotype en fenotype

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosoomparen
- Zo’n chromosoompaar bevat dezelfde informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen.
- De mens heeft dus 23 chromosoomparen. Dat geldt voor alle lichaamscellen: levercel, huidcel, darmcel, spiercellen.
- In lichaamscellen is het altijd een even aantal chromosomen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn chromosomen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genen
Ieder mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen.
Al die informatie ligt in de 46 chromosomen.

Een gen is een deel van een chromosoom dat informatie bevat voor één erfelijke eigenschap.
Elke chromosoom heeft veel genen. Alle genen samen vormen het genotype.





Slide 11 - Diapositive

20.000 genen
Genen en chromosomen
- Op deze chromosoom liggen 3 genen


- Je ziet dat de chromosoom in een paar 
voor komt (twee keer)
Dus ook de genen komen in een paar voor.
- Elke kleur staat voor één erfelijke
eigenschap.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen (genen) liggen bij iedereen op hetzelfde chromosoom, op dezelfde plek!

Bv: chromosoom 7: gen nachtblindheid

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk chromosoom vormt een paar met chromosoom 1?
A
2
B
3
C
4

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Homozygoot vs Heterozygoot
Voorbeeld bij het gen oogkleur
  • Homozygoot
  • 2 dezelfde allelen
  • blauw - blauw

  • Heterozygoot
  • 2 verschillende allelen
  • blauw - bruin 

Slide 15 - Diapositive

oogkleur = chromosoom 15
Dominant vs Recessief
Dominant:
  • Overheersende allel

Recessief:
  • Onderdrukte allel 
Bijvoorbeeld:
  • Bij de oogkleur is het allel bruin dominant over blauw
  • Heb je 1 allel voor bruine ogen en 1 allel voor blauwe ogen dan overheerst het allel voor bruine ogen het allel voor blauwe ogen
  • Je fenotype is dan bruin

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de genotypen?
Homozygoot dominant 
  • 2 gelijke dominante allelen voor 1 gen/eigenschap

Homozygoot recessief 
  • 2 gelijke recessieve allelen voor 1 gen/eigenschap

Heterozygoot
  • 2 verschillende allelen voor 1 gen/eigenschap

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Gen: kuiltje in de wang

Allel: Wel kuiltje
Allel: Geen kuiltje

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Sterre:
Homozygoot of heterozygoot?

Wout:
Homozygoot of heterozygoot?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Welk allel is dominant en welke recessief?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef alles een locatie!
Heterozygoot / homozygoot
Dominant / recesief 
Homozygoot
Homozygoot
Homozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Heterozygoot
Dominant
Dominant
Dominant
Recessief
Recessief
Recessief

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Genotype noteren
We gebruiken letters:
  • Dominant allel - HOOFDLETTER
  • Recessief allel - kleine letter

Voorbeeld:
  • Homozygoot dominant - AA
  • Heterozygoot - Aa
  • Homozygoot recessief - aa

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Wel kuiltje = dominant
Geen kuiltje = recessief 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het schema verder in, kies de woorden uit het blok hiernaast.
Er blijven woorden over
vast
los
homozygoot dominant
homozygoot ressecief
Aa
AA
heterozygoot
aa

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Wat: 1. Lezen 1.4 t/m 1.7
          2. Maken opdrachten 3.1: 8 t/m 15
          3. Maken begrippenlijst t/m fenotype
          4. Lezen + markeren: 2.1 + 2.2
Hoe: Individueel
Hulp: Reader genetica
Klaar: -Lezen reader
             -Samenvatting/begrippenlijst maken
  

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
Een man heeft bruin haar en een vrouw blond haar. De man is ....................... wat betekent dat hij twee verschillende ....................... voor het gen voor haarkleur heeft. Hieruit kan je afleiden dat bruin haar ....................... is. De vrouw moet dan wel ....................... zijn. Het gen voor blond haar is dan ....................... De vrouw besluit haar haar rood te verven. Hiermee verandert ze wel haar ......................... maar niet haar .......................
allelen
dominant
fenotype
genotype
heterozygoot
homozygoot
recessief

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

D2BTh6 B3bc:Oefenen

- Leçon avec 27 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

9.2 Stamboomonderzoek

- Leçon avec 35 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

9.2 Stamboomonderzoek

- Leçon avec 36 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

3hv-theorie-1.5 t/m 1.7

- Leçon avec 26 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

3hv-theorie-1.5 t/m 1.7

- Leçon avec 26 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

5.3 Stamboomonderzoek dl1

- Leçon avec 44 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

3hv-theorie-1.5 t/m 1.7

- Leçon avec 27 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

D2BTh6 B3c: OUD OUD ANTW Kruisingsschema's lln

- Leçon avec 35 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2