Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Le verbe ETRE au présent de l´indicatif (in de tegenwoordige tijd)
1 / 18
suivant
Slide 1:
Vidéo
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
3 vidéos
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
stopwatch
00:00
000
Wat weet je al over het ww (être)?
Slide 2 - Carte mentale
Wat is de Nederlandse betekenis van het ww (être)?
stopwatch
00:00
Slide 3 - Question ouverte
être
=
zijn
Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis
Slide 4 - Question de remorquage
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Mathis et Léna ...... dans la bibliothèque.)
A
ont
B
son
C
ssont
D
sont
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Tu ....... en vwo/havo/mavo 1.)
A
ai
B
è
C
es
D
est
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Vous ....... la prof de français?)
A
êtez
B
êtes
C
est
D
ête
Slide 7 - Quiz
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Nous ...... en classe.)
A
sommes
B
som
C
sont
D
avons
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Je ...... à la cantine.)
A
es
B
ai
C
suis
D
sont
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(Madame la directrice ...... au collège.)
A
a
B
est
C
etre
D
ès
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste persoonsvorm van être in:
(On ....... libre, l´ecole est terminée.)
A
ont
B
a
C
est
D
sommes
Slide 11 - Quiz
Wat is de vertaling van (het is)?
A
c´est
B
ce sont
C
zè
D
etre
Slide 12 - Quiz
Wat is de vertaling van (het zijn)?
A
sommes
B
ce
C
c´est sont
D
ce sont
Slide 13 - Quiz
zijn
=
être
Sleep de juiste vorm van zijn naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
stopwatch
00:00
000
hij/zij
wij
jullie/u
zij
jij
ik
bent
zijn
is
zijn/bent
zijn
ben
Slide 14 - Question de remorquage
ETRE
AVOIR
je suis
tu as
ik heb
zij hebben
wij zijn
vous êtes
vous avez
zij is
jullie hebben
ils sont
tu es
j'ai
ils ont
nous sommes
jij bent
nous avons
zij zijn
jij hebt
jullie zijn
elles ont
Slide 15 - Question de remorquage
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Sondage
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Le verbe ETRE au présent de l´indicatif (in de tegenwoordige tijd)
Décembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Le verbe etre 30-01-2024 finale 1 A
Mars 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woensdag 24 mei herhalingsgrammatica
Mai 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
M2 Libre Service unité 1 être
Septembre 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
werkwoord être
Juin 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Moi et les autres- unite 2 1hv
Décembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Etre
Février 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Etre
Janvier 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1