Les 2 - Jezus

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Les 2

Jezus heeft echt bestaan.

Waar

Niet waar

Opdracht: Wie is jezus volgens jou ?

• Maak groepjes van 4 personen.
• Kijk naar de verschillende uitspraken en afbeeldingen.
• Kies 1 uitspraak én 1 afbeelding die het beste past bij jouw idee of mening over Jezus. Leg je keuzes aan elkaar uit!
• Bespreek: Hebben jullie dezelfde keuzes gemaakt of verschillende?
• Over 5 minuten bespreken we de opdracht klassikaal.

Wie is Jezus volgens jou?

1. Jezus is een sprookje
2. Jezus is een verzonnen Messias
3. Jezus is een wonderdoener
4. Jezus is een grote leraar (goeroe)
5. Jezus is een revolutionair
6. Jezus is een profeet
7. Jezus is de Messias
8. Jezus is God zelf
9. Jezus is de eerste humanist

Aantekening

Verhalende Jezus                       vs.                        Historische Jezus

(Christus v/h geloof)

Bijbelschrijfers maken géén onderscheid, moderne historici/wetenschappers doen dat wél.

Wat roept dit bij jullie op?

Aantekening

Schrijf op: welke argumenten geeft de presentator voor het bewijs van het bestaan van Jezus?

Aantekening

1. De mens Jezus wordt door joden (Jezus leerlingen + de eerste christenen) vereerd als God.
2. Jezus heeft vrouwen als leerlingen.
3. Jezus is niet de gewapende en gewelddadige Messias die de Joden wensten.
4. De eerste christenen worden niet als helden beschreven, maar als normale, zwakke mensen.
5. De leerlingen van Jezus zijn stuk voor stuk gemarteld, gevangen gezet en uiteindelijk geëxecuteerd om hun geloof in Jezus.

Historisch bewezen feiten rondom het verhaal van Jezus:

• Jezus heeft bestaan, gepredikt en voor die tijd onverklaarbare dingen (wonderen?) gedaan. (Verhalen over wonderen waren populair in die tijd)
• Jezus is gekruisigd. (Dit was een gebruikelijke straf in die tijd.)
• Het graf van Jezus was leeg.
• Getuigenissen over verschijningen van Jezus.
• Het geloof van de eerste christenen / het ontstaan van de eerste kerk in Jeruzalem.
• De bekering van Paulus.

Jezus heeft echt bestaan.

Waar

Niet waar