Sondevoeding nieuw

Sonde(voeding)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Sonde(voeding)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is sondevoeding?

  • vloeibare voeding die per sonde direct in maag, duodenum of jejunum wordt toegediend
  • bevat alle voedingsstoffen 
  • bevat vitamines, mineralen en sporenelementen


Slide 4 - Diapositive

wanneer krijgt iemand sondevoeding

Slide 5 - Carte mentale

Indicaties sondevoeding
  • chronische darmaandoening
  • slikproblemen
  • neurologische aandoening
  • coma
  • zorgvrager die weigert te eten
  • verminderde eetlust door bv ziekte

Slide 6 - Diapositive

Sondevoeding
De soorten sondevoeding zijn op 2 manieren te onderscheiden:

  • vorm van voedingsstoffen
  • samenstelling, zoals hoeveelheid energie, eiwit of vitamines en mineralen

De voedingsstoffen in de sondevoeding kunnen in groot moleculaire vorm en in klein moleculaire vorm voorkomen.

Slide 7 - Diapositive

Polymere sondevoeding
Polymere sondevoedingen bevatten: 
  • Eiwit, vet en koolhydraten in groot moleculaire vorm. 
  • Deze voeding wordt gegeven bij een normale vertering en absorptie van voedingsstoffen. Het komt qua vorm het meest overeen met gewone voeding
  • wordt gegeven bij een goed functionerend maag/darmstelsel 

Slide 8 - Diapositive

Oligomere en monomere sondevoeding
Oligomere en monomere sondevoedingen: 
  • Bevatten eiwit, vet en koolhydraten in klein moleculaire vorm ('geheel of gedeeltelijk voorverteerd'). 
  • Deze voeding wordt gegeven wanneer de vertering en/of resorptie ernstig is gestoord.
  • Bestaat uit voorverteerde eiwitten, vetten, koolhydraten

Slide 9 - Diapositive

Samenstelling
De verschillen zitten in de hoeveelheid:
  • Eiwit, energie, vocht en de aan- of afwezigheid van voedingsvezels.
  • Daarnaast zijn er een aantal ziektespecifieke sondevoedingen. 
  • In principe moet worden gekozen voor een sondevoeding die zo veel mogelijk op de gewone voeding lijkt. 
  • Dat betekent dus een sondevoeding met voedingsvezels.
  • Er is ook verschil in de hoeveelheid vitamines en mineralen die aan de sondevoeding is toegevoegd. 
  • De behoefte van kinderen aan vitamines en mineralen is anders dan die van volwassenen.

Slide 10 - Diapositive

kant-en-klare sondevoeding
sondevoeding in poedervorm

Slide 11 - Diapositive

Aandachtspunten
  • juiste patiënt
  • juiste sondevoeding
  • controleer de houdbaarheidsdatum
  • na openen datum/tijd noteren
  • let op : zakken 24 uur houdbaar
  • Let op : glazen flessen max. 8 uur

Slide 12 - Diapositive

Toediening via voedingspomp
Toediening via spuit (bolus)

Slide 13 - Diapositive

Aandachtspunten 
  • Neem de tijd bij toediening sondevoeding via een spuit
  • Niet meer dan 500 ml per bolus
  • Altijd de sonde doorspoelen met 20-30 ml lauw water
  • Vervang het toedieningssysteem iedere 24 uur
  • Medicatietoediening via sonde
  • Verpleegkundig rekenen nodig bij instellen pomp

Slide 14 - Diapositive

noem 2 complicaties van sondevoeding

Slide 15 - Question ouverte

Complicaties
  • verstopping sonde
  • misselijkheid en braken
  • aspiratie
  • gestoord defeacatiepatroon
  • ontstekingen in de mond

Slide 16 - Diapositive

Psycho-sociale aspecten
  • niet gezellig om te eten met een sonde
  • sonde trekt de aandacht van anderen
Let daar op!

Slide 17 - Diapositive

Voedingspomp
Veel verschillende merken pompen
Vaak gebruikt de nutricia flow care pomp
Voor deze pomp is een Elearning

Slide 18 - Diapositive

Sondevoeding nieuw

Slide 19 - Diapositive