Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Regel in Woorden
Slide 1 - Diapositive
Welke regel in woorden hoort bij deze afbeelding? Gebruik: aantal driehoeken aantal lucifers
Slide 2 - Question ouverte
Welke regel in woorden hoort bij deze afbeelding? Gebruik: aantal vierhoeken aantal lucifers
Slide 3 - Question ouverte
Welke regel in woorden hoort bij deze afbeelding? Gebruik: aantal rode tegels aantal grijze tegels
Slide 4 - Question ouverte
Welke regel in woorden hoort bij deze afbeelding?
Slide 5 - Question ouverte
Welke regel in woorden hoort bij deze afbeelding?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Hoe maak je van een regel in woorden een pijl of pijlenketting?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Hoe maak je van een pijlenketting een formule ?
Slide 10 - Question ouverte
Bram verkoopt op een hete zomerdag versgeperste citroenlimonade. Hij heeft voor €8,- aan citroenen gekocht. Hij verkoopt bekers limonade voor €0,50 per stuk. Schrijf de regel in woorden op.
Slide 11 - Question ouverte
Welke pijlenketting hoort bij de situatie van Bram?
Hij heeft voor €8,- aan citroenen gekocht.
Hij verkoopt de bekers limonade voor €0,50 per stuk.