1.4 Leven na de dood en 1.5 stedelijke gemeenschappen



Geschiedenis
Introductie
1.4 Leven na de dood en 1.5 stedelijke gemeenschappen
Geschiedenis
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Geschiedenis
Introductie
1.4 Leven na de dood en 1.5 stedelijke gemeenschappen
Geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je:
  • Wat irrigatielandbouw is en welke gevolgen dit had voor de Egyptenaren.
  • De verschillende sociale lagen van Egypte.
  • Je weet hoe de boeren dachten over het leven na de dood;
  • Je kent de gevolgen van het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Slide 2 - Diapositive

  • Vruchtbare halve maan 
  • 10.000 V.C 

  • Verspreidde snel> rond 3000 V.C alle jagers-verzamelaars boer

Slide 3 - Diapositive

Irrigatie
  • Jaarlijkse overstroming in de zomer> waaronder akkers
  • Slik blijft achter (vruchtbare modder)
  • Met kanalen en dammen genoeg wateropslag voor droge seizoenen 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

gevolgen 
  • Belangrijk dat boeren goed samenwerken> grote boeren nemen organisatie op zich en worden soort nieuwe leiders
  • Voedseloverschotten leidden tot:
  1. bevolkingsgroei
  2. hogere levensverwachting
  3. dorpen veranderden in steden
  4. ontstaan nieuwe beroepen 

Slide 7 - Diapositive

Belastingen
  • loon voor ambtenaren
  • ambachtslieden en kunstenaars die werken voor de staat
  • paleizen en graftombes
  • oorlog  

Slide 8 - Diapositive

Ambachten
Ambachtsman: iemand die  in een werkplaats producten maakt of bewerkt met zijn handen en gereedschap.

Slide 9 - Diapositive

Bestuur 
  • Farao kreeg hulp van ministers en ambtenaren:
  1. Hield toezicht op naleven wetten
  2. gaf leiding aan onderhoudt irrigatiesysteem
  3. Haalde belasting op 

Slide 10 - Diapositive

Sociale lagen = groepen mensen die van elkaar verschillen in rijkdom, macht en aanzien

Slide 11 - Diapositive

Zet de persoon met de meeste macht bovenaan, met de minste macht komt onderaan.
Boeren
priesters
slaven
hoge ambtenaren
arbeiders
lage ambtenaren
Farao

Slide 12 - Question de remorquage

Staat
  • een land met duidelijke grenzen, dat valt onder één bestuur
  • Egypte; Farao>
Leider van het oude Egypte


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hoe heet deze vorm van
landbouw?
A
akkerbouw
B
veeteelt
C
vegetatie
D
irrigatie

Slide 19 - Quiz

Wat is een staat?
A
Een land met duidelijke grenzen en een eigen bestuur
B
Een provincie binnen een gebied
C
Een provincie binnen een land
D
Een land met een koning

Slide 20 - Quiz

Natuurgodsdienst
  • De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, denk maar aan de Nijl

  • Ze zagen veel in de natuur gebeuren.

  • Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken

  • Veel goden zagen eruit als dieren

Slide 21 - Diapositive

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god)

  • Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte

  • Afgebeeld als mummie, omdat hij door zijn jaloerse broer Seth in 14 stukken is gehakt

  • Isis heeft Osiris gemummificeerd om het lichaam weer heel te maken.

Slide 22 - Diapositive

Natuurgodsdienst
  • Vereren van Goden in tempels

  • Hier brachten ze offers aan de Goden

  • Zo hoopten ze de Goden tevreden te houden

  • Alleen een priester mocht in de tempel komen

Slide 23 - Diapositive

Wat is een natuurgodsdienst?

Slide 24 - Carte mentale





Leven na de dood

Slide 25 - Diapositive

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven

  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)

  • Eerste mummies vermoedelijk per toeval onstaan door het begraven in de woestijn.

Slide 26 - Diapositive

Mummificeren
  • Egyptenaren geloofden in het leven na de dood > vele grafkamers gevonden met spullen. 

  • Egyptenaren bewerkten het lichaam van overledenen en wikkelden het in lange stroken linnen. 

  • Vervolgens een begrafenis met veel rituelen. 

Slide 27 - Diapositive

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 28 - Diapositive

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 29 - Diapositive

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 30 - Diapositive



Begraven




Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
En ze vielen nogal op. Gevolg: grafrovers

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive


Vallei der Koningen



De latere koningen werden daarom in rotsgraven in het zuiden van Egypte begraven. Ook hier zijn veel graven, vaak al voor de begrafenis, geplunderd.

Veel, maar niet allemaal....

Slide 34 - Diapositive

Waarom zo groot?
  • Belangrijke mensen
  • Belangrijke taak
  • Gemakkelijker naar het dodenrijk

Slide 35 - Diapositive

Wat waren de piramides eigenlijk?
A
Het paleis van de Farao.
B
Een tempel ter ere van de Zonnegod Ra.
C
Een offerplaats.
D
De laatste rustplaats van de Farao.

Slide 36 - Quiz

Wie hebben de piramides gebouwd?
A
Farao's
B
Slaven
C
Boeren
D
vrouwen

Slide 37 - Quiz

In welk tijdvak zijn de piramides gebouwd?
A
De tijd van Grieken en Romeinen
B
De tijd van jagers en boeren
C
De tijd van ridders en monniken
D
De tijd van Farao's en Piramides

Slide 38 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak van de bouw van de piramides?
A
Ze werden gebouwd om de macht van de farao te tonen
B
Ze werden gebouwd, omdat dit moest van de goden.
C
Ze werden gebouwd, omdat de farao een godsdienstige taak had
D
Via de piramides kon de farao makkelijk naar het dodenrijk reizen.

Slide 39 - Quiz

Heb je nog vragen? Stel ze hier!

Slide 40 - Question ouverte

Wat zijn de belangrijkste dingen die je geleerd hebt?

Slide 41 - Question ouverte