1.4 en 2.2

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom!

Doe je telefoon in de telefoontas

Ga zitten

Pak je spullen

Vandaag

Korte herhaling

Uitleg paragraaf 1.4 en 2.2

Aan de slag!

Lesdoel: na deze les weet je wat een hypothese, conceptueel model, indicator en sociale categorie is

Casus

Je bent een onderzoeker en je doet onderzoek naar schoolresultaten. Je onderzoeksvragen zijn: 

- Wie halen betere onderzoeksresultaten? Jongens of meisjes?

- Welke factoren beïnvloeden schoolresultaten?

Noteer 3 variabelen 

Conceptueel model

Een schema met hokjes en pijltjes waarin de invloed van variabelen op elkaar wordt weergegeven

Conceptueel model

Voorbeeld

Motivatie ---> schoolresultaten

Conceptueel model

Maak een ander conceptueel model bij de casus

Hypothese

Een toetsbaar idee over de werkelijkheid. Dit is in de vorm van een stelling en hoeft niet altijd waar te zijn.

Hypothese

Voorbeeld:

Meisjes halen betere schoolresultaten dan jongens

Hypothese

Bedenk zelf een andere hypothese bij de casus

Indicatoren

Met een indicator maak je een variabele meetbaar op een bepaald niveau, bijvoorbeeld:

Opleidingsniveau

Wat is uw hoogst genoten opleiding? 

- Basisschool

- Vmbo/mavo/mbo

- Havo of vwo

- Hbo

- Universiteit

Indicator

Variabelen operationaliseren = meetbaar maken 

Variabele: motivatie

Indicator: hoeveel uur per dag besteed je aan huiswerk? 

of 

Op een schaal van 0-10 hoe gemotiveerd vind je dat je bent? 

Sociale categorieën

Onder sociale categorieën vallen mensen met dezelfde achtergrondkenmerken.

Sociale categorie

Zijn niet daadwerkelijk een groep, kennen elkaar niet

Maar delen een kenmerk

bv: gemotiveerde leerlingen, leerlingen die bovengemiddelde schoolresultaten halen

Aan de slag!

Bestuderen paragraaf 1.4

Maken opdracht: 23, 24 en 27

en 

Bestuderen paragraaf 2.2

Maken opdracht: 7, 8 en 14

Afsluiting

Volgende week dinsdag valt weer uit :(

Huiswerk voor 2 lessen zet ik bij woensdag

Succes!!!