3.8 Spelling

Voltooid deelwoord, splitsbare werkwoorden
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voltooid deelwoord, splitsbare werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
je weet of je het voltooid deelwoord goed gebruikt hebt
je kunt splitsbare werkwoorden herkennen
je kunt splitsbare werkwoorden gebruiken
je hebt geoefend met het gebruik van hoofdletters
al je vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Diapositive

Een sterk werkwoord is...
A
een werkwoord dat van klank verandert
B
een werkwoord dat niet van klant verandert

Slide 3 - Quiz

Een voltooid deelwoord staat vaak
A
aan het eind van een zin
B
aan het begin van een zin
C
in het midden van een zin

Slide 4 - Quiz

Een voltooid deelwoord begint niet met
A
ge...
B
ver....
C
her...
D
PV verleden tijd

Slide 5 - Quiz

bij werkwoorden die beginnen met be-, ge-, her-, ver- of ont- schrijf je
A
er ge- voor
B
er geen ge- voor

Slide 6 - Quiz

Splitsbare werkwoorden ...
zijn werkwoorden die in stukken gedeeld worden in de zin

Slide 7 - Diapositive

bedenk zelf nog een (of meer) splitsbare werkwoorden

Slide 8 - Question ouverte

Maken 
Test jezelf grammatica: Inge, Lisa, Gabriella, Yassin, Sem, Angela, Ester, Amber, Fenna
Opdrachten spelling 3.8 vanaf opdracht 4 t/m het einde
Huiswerk wordt test jezelf spelling 3.8 maken


Slide 9 - Diapositive

Doelen van deze les
je weet of je het voltooid deelwoord goed gebruikt hebt
je kunt splitsbare werkwoorden herkennen
je kunt splitsbare werkwoorden gebruiken
je hebt geoefend met het gebruik van hoofdletters
al je vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

huiswerk in Magister!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Voltooid deelwoord van splitsbare werkwoorden
Een splitsbaar werkwoord bestaat uit een werkwoord en een ander woord. Bij het voltooid deelwoord komt het voorvoegsel 
-ge tussen de twee delen.

Je moet dat touw nog vastmaken
Hij maakt dat touw straks even vast.
Ik heb dat touw al vastgemaakt

Slide 14 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord van opletten?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van nakijken?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van verhuizen?
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord van bepalen?
A
bepaalt
B
bepaald

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo