Deel C & D samenvatting goederenverzending

Deel C+D samenvatting
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Deel C+D samenvatting

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag? 
- Iedereen schrijft mee
- Per paragraaf de belangrijkste punten 
- Stel tussendoor vragen! 

Slide 2 - Diapositive

 3.49-Inkopen doe je zó

Grotere bedrijven hebben een afdeling Inkoop. De mensen die hier werken, kopen verschillende zaken voor het bedrijf. Ze kopen het volgende in:

• Zaken voor eigen gebruik van het bedrijf.

• Artikelen die al in het assortiment van de winkel zitten, om de voorraad aan te vullen.

• Artikelen die nieuw in het assortiment van de winkel zijn.


Leveranciers zijn bedrijven die artikelen aan jou leveren. Met hen maak je als inkoper afspraken over de prijs en de levertijden van de artikelen. Ook controleer je of de leveranciers zich houden aan de gemaakte afspraken.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

 3.50 Leveringsvoorwaarden en betalingsvoorwaarden
Leveringsvoorwaarden
• De levertijd van een product
• Hoe te handelen bij fouten
• Wat als een pakket weg is?
• Situaties van overmacht
• Annuleren bestelling
• Transportkosten
Betalingsvoorwaarden
• De termijn van betaling
• Korting bij contante  betaling
• Wat er gebeurt als de klant zich niet houdt aan de betalingsvoorwaarden (herinnering, aanmaning, incassobureau).

Slide 5 - Diapositive

3.51 Soorten offerte - Vaste of vrije

In een offerte legt een leverancier een aanbod vast voor jou als klant. Een offerte noem je dan ook wel een formeel aanbod tot het sluiten van een koopovereenkomst.


Een offerte kan vast of vrijblijvend zijn. In een vaste offerte geeft de leverancier een termijn aan. Binnen die termijn houdt de leverancier zich aan wat in de offerte staat. In een vrije of vrijblijvende offerte heeft de leverancier een  voorwaarde: ‘zolang de voorraad strekt’. Zodra het artikel niet meer op voorraad is, kan hij dat niet meer leveren.

Slide 6 - Diapositive

3.51 Soorten offerte - Vaste of vrije

In een offerte staan minimaal de volgende zaken:

• Wat het product of de dienst is.

• Wat de prijs is (exclusief btw).

• Een eventuele korting.

• Een verwijzing naar de leverings- en betalingsvoorwaarden.

• De geldigheidstermijn van de offerte.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

3.52 Offertes vergelijken

Zodra de offertes binnen zijn, ga je deze met elkaar vergelijken. Je begint met de leveringsvoorwaarden en de betalingsvoorwaarden, daarna beoordeel je de producten en/of diensten, de kwaliteit en de prijs ervan.


Je vergelijkt de volgende elementen van de offertes:
- BETALINGSVOORWAARDEN
- LEVERINGSVOORWAARDEN

- PRIJS
- INHOUD

Slide 9 - Diapositive

Voorraadkosten

Slide 10 - Diapositive

Bestelkosten

Slide 11 - Diapositive

Totale kosten

Slide 12 - Diapositive

 3.54 Retourlogistiek

Slide 13 - Diapositive

 3.54 Retourlogistiek
 Onder retourlogistiek verstaan we het ophalen van kapotte of gebruikte producten en verpakkingen en de verwerking daarvan tot nieuwe grondstof.

Slide 14 - Diapositive

 3.54 Retourlogistiek

Retourlogistiek kent de volgende retourstromen:

• Van klant naar winkelier. Denk hierbij aan retouren van een webshop.

• Van klant naar distributie. Het gaat hierbij om de inzameling van afval.

• Van winkelier naar distributie (of fabricage). Defecte producten worden gerepareerd of verwerkt tot grondstof.

• Van distributie naar fabricage. Het afval wordt verwerkt tot grondstof.

Slide 15 - Diapositive

3.55 Retouren van de winkel en de webshop

RETOUREN VAN WINKEL

1. Service balie

2. Scannen van artikel

3. Geld terug

4a. Product naar magazijn

4b. Kapot product terug naar leverancier


RETOUREN VAN WEBSHOP

1. Melding online

2. Artikel terug naar magazijn

3a. Terug in verkoop

3b. Terug in verkoop met korting

3c. Terug naar leverancier

Slide 16 - Diapositive

3.55 Retouren van de winkel en de webshop
CONTROLE
• De retourzending compleet is (artikel, verpakking, retourbon of -factuur).
• Het artikel onbeschadigd en als nieuw is.
• De verpakking onbeschadigd is.

VERWERKEN
De magazijnmedewerker scant de retourbon of -factuur. Hij geeft aan wat met het artikel moet gebeuren: het kan naar de voorraad in het magazijn, het gaat terug naar de leverancier of het is voor de verkoop met korting.

Slide 17 - Diapositive