KT 2 Persoonlijk vnw woord 1e en 4e naamval

Guten Tag!
Devices bitte! We gaan de persoonlijke voornaamwoorden doornemen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Guten Tag!
Devices bitte! We gaan de persoonlijke voornaamwoorden doornemen

Slide 1 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
> Persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

Wat moet kennen?
1. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste naamval.

2. Je weet hoe je de 4e naamval vindt.
3. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval.

4.


Slide 3 - Diapositive

Welke
PERSOONlijke voornaamwoorden
in het Duits ken je?
Antwoord elke keer met één woord.

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Welke vraag stel je als je het onderwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 9 - Quiz

Welke vraag stel je als je het lijdend voorwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 10 - Quiz

Welke naamval is het onderwerp?
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 11 - Quiz

4e naamval is......
A
Onderwerp
B
Lijdende vorm
C
Meewerkende vorm

Slide 12 - Quiz

Wat vul je in?
De leraar ziet de leerling...
A
Hij ziet ik
B
Hem ziet hem
C
Hij ziet hem

Slide 13 - Quiz

Wat vul je in?
Der Lehrer sieht ...... (hem)
A
er
B
him
C
ihn

Slide 14 - Quiz

(Ich) habe morgen Geburtstag.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 15 - Quiz

Wat vul je in?
Ken jij mij?
A
Kennst dich mich?
B
Kennst ich du?
C
Kennst du ich
D
Kennst du mich?

Slide 16 - Quiz

1/4
(Ik) ... lade Anna auch ein.

Slide 17 - Question ouverte

2/4
Wartest ... (jij) schon lange?

Slide 18 - Question ouverte

3/4
Reitet ... (jullie) immer zusammen?

Slide 19 - Question ouverte

4/4
Herr Ober, ... (wij) warten schon eine halbe Stunde.

Slide 20 - Question ouverte

kies het juiste persoonlijk vnw:

Warum hat ___ mich nicht eingeladen. (=uitgenodigd)
A
er
B
ihn

Slide 21 - Quiz

Evaluatie
- Je moet dus de persoonlijke vnmw kennen
- Je moet weten of het een onderwerp of een lijdend voorwerp is

Slide 22 - Diapositive


Habt ihr noch Fragen?

Slide 23 - Diapositive

Grammatik
*je kunt het persoonlijk voornaamwoord in de 1e en 4de naamval gebruiken

Aufgaben: 18 - 26 (Textbuch, S. 42 -47)

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive