Presenteren 2F

Een presentatie geven
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een presentatie geven

Slide 1 - Diapositive

De opdracht heb je van je docent gekregen; deze staat ook in de Digibib

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je een goede presentatie?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Telt mee voor twee vakken:

Slide 6 - Diapositive

Na jouw presentatie
Zijn de toehoorders ervan overtuigd dat jouw verbetervoorstel leidt tot betere zorg voor jouw cliënten. 

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verschil voor je publiek tussen luisteren naar gesproken tekst en een tekst zelf lezen?

Slide 8 - Question ouverte

Verschil gesproken presentatie - tekst om te lezen:
  • Er is geen overzichtelijke lay-out
  • Spreker bepaalt het tempo
  • Publiek kan niet teruglezen
  • Publiek weet niet hoe lang de presentatie precies duurt/ hoe veel tekst er nog komt

Slide 9 - Diapositive

powerpoint
Je mag een powerpoint presentatie of prezie gebruiken
als hulpmiddel

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Wat is het verschil tussen (de bedoeling van) de eerste en de tweede video?

Slide 13 - Question ouverte

Kies een onderwerp 
  • dat je raakt
  • waar je voor vecht
  • dat je belangrijk vindt
  • waarvan je denkt dat het de zorg op de plek waar jij werkt verbetert.

Slide 14 - Diapositive

Je presentatie

via Teams
Niet gemakkelijk
je zit wel veilig in je eigen omgeving

Slide 15 - Diapositive

Start
Het is belangrijk je publiek erbij te betrekken.

  • vraag voor je publiek
  • quiz (kwisje; hou het kort. Bv: noem drie onderwerpen uit de wet Zorg en dwang/ welke zorgrobots ken je?)
  • anekdote (Op mijn werk gebeurde laatst....)
  • humor
  • Treffende foto
  • enz.

Slide 16 - Diapositive

Indeling
Geef je presentatie een

  • inleiding
  • middenstuk
  • slot

Slide 17 - Diapositive

vertel wat je gaat vertellen:
Ik ga jullie vandaag iets vertellen over het betrekken van familie in de zorg van een client;

  • eerst vertel ik iets over mijn werkplek
  • Dan iets over waar ik tegenaan loop in mijn werk
  • Dan hoe ik denk dat te kunnen veranderen
  • Wat de regels zijn/de wet zegt
  • hoe mijn collega's erover denken
  • ten slotte rond ik af met een vraag voor jullie

Slide 18 - Diapositive

Herhaal regelmatig
belangrijke begrippen
de belangrijkste boodschap van je presentatie
Dus:
  • hiermee wil ik onderbouwen hoe belangrijk het is om familie van de client bij de zorg te betrekken
  • Zoals ook hieruit blijkt heeft een zorgrobot veel voordelen

Slide 19 - Diapositive

'Ik kom daar later nog op terug'
Doe dat alleen als je dat ook echt gaat doen !
(zorg er bv voor dat dit al in je powerpoint zit)

Slide 20 - Diapositive

Zorg er steeds voor dat je toehoorders overzicht houden;
Voeg de dia van wat je gaat vertellen steeds in en markeer het punt waar je nu bent
of vat samen wat je net vertelde en ga dan verder met je volgende punt
BV: 
Inleiding
Middenstuk:
  • Situatie nu
  • Wat gaat er fout in deze situatie?
  • Welke regels gelden er voor verandering?
Slot/conclusie

Slide 21 - Diapositive

video
verduidelijk een situatie, hulpmiddel, juridisch onderwerp door middel van een video
Haak dan aan bij de beelden

Slide 22 - Diapositive

Weet je al een of meerdere mogelijke onderwerpen voor jouw presentatie?

Slide 23 - Question ouverte

slot
geef een korte samenvatting van wat we allemaal gezien/gehoord hebben
Noem nog een keer jouw conclusie:
  • Zoals je hebt gehoord heeft een zorgrobot veel voordelen

Slide 24 - Diapositive

Belangrijk
Zorg ervoor dat je weet hoe de techniek werkt:

  • Oefen het delen van je powerpoint in Teams
  • Test je (wifi)verbinding; ook als je op zolder gaat zitten (via een speedtest; te vinden via Google); 10 mbps is eigenlijk minimaal. Soms geeft verbinding met je telefoon een betere verbinding dan wifi op zolder

Slide 25 - Diapositive

Veel succes!

Slide 26 - Diapositive