Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2H Water
H3 Water
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H3 Water
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?
A
2,5%
B
5%
C
7,9%
D
10,4%
Slide 2 - Quiz
Zoet water op de wereld
Slide 3 - Diapositive
Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?
A
1%
B
7%
C
9%
D
11%
Slide 4 - Quiz
Zoet water verdeelt over de wereld.
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel % van het toegankelijke water zit in meren?
A
30%
B
39%
C
45%
D
52%
Slide 6 - Quiz
Toegankelijk zoet water.
Slide 7 - Diapositive
Hoeveel procent van de wereldbevolking woont aan rivieren/de kust?
A
50%
B
60%
C
70%
D
80%
Slide 8 - Quiz
Hoe noemen we de mix tussen zout en zoet water?
A
Sterk water
B
Brak water
C
Mix water
D
Combinatie water
Slide 9 - Quiz
Wat houdt 'Oppervlaktewater' in?
A
Water in zeeën, rivieren en meren
B
Water dat wordt opgepompt
C
Vervuild water
D
Brak water
Slide 10 - Quiz
Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land
Slide 11 - Quiz
Water dat in de bodem zit
A
zoet water
B
grondwater
C
oppervlakte water
D
bron
Slide 12 - Quiz
Welke kleur op de kaart geeft een groot watertekort aan?
A
Rood
B
Oranje
C
Blauw
D
Wit/geel
Slide 13 - Quiz
Wanneer was de laatste grote overstroming in Nederland?
A
1918
B
1953
C
1976
D
1995
Slide 14 - Quiz
Welke delen waren tijdens de watersnoodramp overstroomd
A
Zeeland en Overijsel
B
Zeeland Zuid-Holland en Noord-Brabant
C
Zeeland 's -hertogenbosch, Noord-Brabant
D
Zeeland Friesland en Brabant
Slide 15 - Quiz
Watersnoodramp 1953 - Zeeland
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
3.6 Rivieren kloppen op de achterdeur van Nederland
Slide 18 - Diapositive
In welk jaar stond het water in de Nederlanse rivieren zo hoog dat er grote kans was op een overstroming?
A
1953
B
1993
C
1995
D
2020
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Na de bijna overstroming van 1995 zijn er maatregelen genomen. Hoe kun je die met een woord samenvatten?
A
Adaptief waterbeleid
B
Nevengeulen aanleggen
C
Rijnconferentie
D
Ruimte voor de rivier
Slide 21 - Quiz
§4.4 Soms te veel water
3.1 Water in beweging
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Waterkringloop
Het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag (korte), rivieren en grondwater (lange), weer in terugstroomt naar zee.
Slide 24 - Diapositive
Korte waterkringloop
Komt het verdampte zeewater weer direct als neerslag in diezelfde zee terecht.
Lange waterkringloop
K
omt regen of sneeuw op het vasteland terecht en duurt het langer voordat het in de zee komt.
Soms wel miljoenen jaren als regen een ijskap wordt.
Slide 25 - Diapositive
Gas
Vast
Vloeistof
Slide 26 - Question de remorquage
In de
waterkringloop
is water:
1. vast (sneeuw en ijs)
2. vloeistof (regen)
3. gas (waterdamp)
Slide 27 - Diapositive
https:
Slide 28 - Lien
Slide 29 - Diapositive
A
B
C
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Het meeste water op aarde is …………............ Voor drinkwater zijn wij aangewezen op ……………
Vloeibaar zoet water kun je indelen in:
1............................
2............................
Zoet water komt ook voor in vaste vorm. Water zit dan opgeslagen in:
1...............................
2...............................
zoet water
zout water
grondwater
oppervlaktewater
gletsjer
landijs
Slide 32 - Question de remorquage
Oppervlaktewater
Water wat je kunt zien zoals meren, rivieren en zeeën.
Grondwater
Water dat niet meer zichtbaar is omdat het in de bodem en gesteente getrokken is.
Slide 33 - Diapositive
Weinig zoet water. Mens heeft zoet water nodig.
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Vidéo
Soms te veel water
Vaak ook te weinig
Slide 36 - Diapositive
Teveel zoet water (verspilling)
1. Veel neerslag valt in de winter als het te koud is om aan akkerbouw te doen (einde groeiseizoen).
2. Veel neerslag valt in dun bevolkte gebieden.
3. Veel neerslag valt slechts in een korte periode.
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
3.1 Water
Février 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2H Water
Février 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.1 Water in beweging juiste
Mars 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.1 Water in beweging
Mars 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3.1 Water in beweging
Mars 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2HV Buitenland Check 3.1 tot met 3.4
Avril 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
§3.1 Water op aarde
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3.1 Water in beweging
Mars 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2