onderhoud en storingen

Wat is het doel van onderhoudsmanagement?
A
maximale beschikbaarheid van de productiemiddelen tegen minimale kosten
B
alle onderhoudswerkzaamheden laten uitvoeren door eigen medewerkers
C
onderhoud in een zo kort mogelijke tijd uit te voeren
D
onderhoud op een zo goedkoop mogelijke wijze uit te voeren
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
TechniekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is het doel van onderhoudsmanagement?
A
maximale beschikbaarheid van de productiemiddelen tegen minimale kosten
B
alle onderhoudswerkzaamheden laten uitvoeren door eigen medewerkers
C
onderhoud in een zo kort mogelijke tijd uit te voeren
D
onderhoud op een zo goedkoop mogelijke wijze uit te voeren

Slide 1 - Quiz

"Onderhoud is het uitvoeren van activiteiten met als doel het in aanvaardbare conditie houden van machines, apparatuur, omgeving, etc. waardoor je zo veel mogelijk zekerheid krijgt over de vereiste mate van inzetbaarheid."
Waarvan is dit de definitie?
A
autonoom onderhoud
B
onderhoud
C
technisch onderhoud
D
preventief onderhoud

Slide 2 - Quiz

Van heftrucks wordt een urenlijst bijgehouden, waarop staat hoeveel bedrijfsuren de truck heeft. Op basis van deze lijst wordt het onderhoud gepland. Hoe noem je deze vorm van onderhoud?
A
conditie gebaseerd onderhoud
B
preventief onderhoud
C
technisch onderhoud
D
periodiek onderhoud

Slide 3 - Quiz

Welke onderhoudsmethode is er speciaal op gericht om een productwissel binnen 10 minuten te realiseren?
A
CBM
B
RCM
C
TPM
D
SMED

Slide 4 - Quiz

Welk onderhoudsmodel is erop gericht, dat onderhoud plaatsvindt volgens een vast schema en volgens een vastgesteld programma?
A
CBM
B
TBM
C
TPM
D
RCM

Slide 5 - Quiz

Waarvoor wordt SMED gebruikt?
A
Om ervoor te zorgen dat er wordt omgebouwd buiten de reguliere productietijden.
B
Om ervoor te zorgen dat er minder mensen nodig zijn bij een ombouw.
C
Om ervoor te zorgen dat er minder vaak moet worden omgebouwd.
D
Om ervoor te zorgen dat er sneller wordt omgebouwd

Slide 6 - Quiz

Tot welk onderhoudsechelon behoren de gespecialiseerde medewerkers van een functioneel ingericht bedrijf?
A
tot het 2e onderhoudsechelon
B
tot het 4e onderhoudsechelon
C
tot het 1e onderhoudsechelon
D
tot het 3e onderhoudsechelon

Slide 7 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met assets in een productiebedrijf?
A
de onderhoudsmethode
B
de productiemiddelen
C
het personeel
D
de onderhoudsdienst

Slide 8 - Quiz

Je werkt in een klein bedrijf, één productiemachine is volcontinu in bedrijf. De technische dienst en de onderhoudsdienst werken in dagdienst, van maandag t/m vrijdag. Juist op zondagmorgen gaat de productiemachine in storing. Een monteur van de technische dienst heeft dat weekend dienst als achterwacht. Zijn hulp wordt ingeroepen.
Deze medewerker heeft dan dienst in de:
A
storingsdienst
B
weekenddienst
C
onderhoudsdienst
D
consignatiedienst

Slide 9 - Quiz

Wie voeren er autonome onderhoudswerkzaamheden uit?
A
medewerkers van de onderhoudsdienst
B
de operators
C
de specialisten van de fabrikant
D
medewerkers van de technische dienst

Slide 10 - Quiz