Burgerschap (week 39) Normen en Waarden

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Janice is een nieuwe stagiaire op kinderdagverblijf De Klimop. Vandaag ontmoet ze voor het eerst haar stagebegeleider Willem. Willem staat bij de deur om Janice een warm welkom te heten. Enthousiast steekt hij zijn hand naar haar uit. Janice fronst, kijkt naar beneden en loopt direct door naar de teamkamer. Willem staat met zijn nog uitgestoken hand in de deuropening. Vol verbazing kijkt hij Janice na terwijl ze de teamkamer inloopt. 


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarden
Een waarde is iets dat belangrijk is, iets van ‘waarde’. Iets dat je wenselijk vindt, iets wat je na wilt streven. Een waarde is meestal één enkel woord, bijvoorbeeld: eerlijkheid, hulpvaardigheid, vriendelijkheid enz.


Slide 3 - Diapositive

Waarden kun je omschrijven als de idealen of overtuigingen van een groep mensen. Zaken die belangrijk worden gevonden en het nastreven waardig zijn. Vanuit waarden ontstaan gedragsregels (normen). Vandaar dat deze twee woorden zo vaak samen worden gebruikt.
Normen
Als je de waarde nastreeft dan gedraag je je op een bepaalde manier. Dat noemen we dan de norm, bijvoorbeeld: 
Waarde = eerlijkheid -> Norm = niet liegen
Waarde = hulpvaardigheid -> Norm = anderen helpen
Waarde = vriendelijkheid -> Norm = aardig zijn


Slide 4 - Diapositive

Er kunnen meerdere normen (gedragsregels) worden toegeschreven aan een bepaalde waarde.  
Voorbeeld beleefdheid -> 
1 . Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon. 
2. Als er oudere mensen in de trein instappen sta je voor diegene op. Enzovoort
Achtergrondinformatie Janice
Janice is drie jaar geleden bekeerd tot de islam en gelukkig moslima. Vanuit geloofsovertuiging geeft ze mannen geen hand. Ze hanteert deze grens omdat haar geloof dit voorschrijft. De profeet gaf uit respect nooit een hand aan een vrouw. Om deze beweegreden geeft Janice geen hand aan Willen of aan andere mannen. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn waarden?
A
Wat JIJ belangrijk vindt in het leven
B
Hetzelfde als normen
C
Regels die de wet bepaalt
D
Wat anderen belangrijk vinden

Slide 6 - Quiz


Waarden zijn cultuur- en persoonsafhankelijk 
Wat zijn normen?
A
Gezondheid en alles wat daarbij komt kijken
B
Wat jij belangrijk vindt in het leven.
C
Alles in de maatschappij
D
Regels die bij waarden horen.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een aantal waarden
die voor jou persoonlijk
belangrijk zijn

Slide 8 - Carte mentale

Bespreek waarom deze waarde belangrijk zijn voor de studenten en welke normen hieraan verbonden zijn. Wat nemen zij hiervan mee naar de praktijk? 
Stage, werk, vriendengroep, etc. 
Overal zijn normen en waarden van toepassing! 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke professionele eigenschappen herken je bij jezelf? Benoem er 3.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Discussiespel
Wat: Jullie gaan in groepjes discussiëren over een stelling.
Hoe: In groepjes 
Tijd: 10 minuten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zou jij handelen in deze situatie?

Slide 14 - Diapositive


In deze situatie is er mogelijk sprake van een verschil in normen en waarden. Bespreek met de studenten hoe zij zouden reageren en waarom.
Maak een koppeling naar professionaliteit.
Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Carte mentale

Lesdoelen:

De student kan aan het einde van de les de begrippen normen en waarden in eigen woorden uitleggen.

De student kan aan het einde van de les professionele eigenschappen bij zichzelf herkennen.