Les 38. Formuleren p.3 Verwijzen naar bezit

O2M1 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek! :)
Laptops DICHT op je tafel.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

O2M1 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek! :)
Laptops DICHT op je tafel.

Slide 1 - Diapositive

Toets
S.O. volgende week vrijdag.
Formuleren (p.2 en p.3) 
Grammatica (p.5 en p.6 en p.7)
Woordenschat (kopen).

Slide 2 - Diapositive

Doel
Je leert verwijzen naar bezit.

Slide 3 - Diapositive

Herhaling - verwijzen
Meike is blij. Meike heeft mooie sneakers gekocht.
beter: Meike is blij. Zij heeft mooie sneakers gekocht.
ook goed: Meike is blij, want zij heeft nieuwe sneakers gekocht.

Ik verf de deur. De deur was groen. De deur is nu blauw.
beter: Ik verf de deur. Hij was groen. Nu is hij blauw.

Slide 4 - Diapositive

Wat is bezit?

Slide 5 - Diapositive

Wat is bezit?
Giliam speelt met Giliams voetbal.
Van wie is de bal?

Slide 6 - Diapositive

Wat is bezit?
Giliam speelt met Giliams voetbal.

Het is duidelijk van wie de bal is: van Giliam. Toch leest de zin niet prettig. 
In een zin waar een bezit in staat, gebruik je een verwijswoord.
Giliam speelt met zijn voetbal.
Bezittelijke voornaamwoorden staan 

Slide 7 - Diapositive

Beter?
Bezittelijke voornaamwoorden staan altijd vóór het bezit waar het bij hoort: 
haar moeder; onze vrienden; dit is mijn vulpen. 
Het verwijswoord past meestal bij het onderwerp van de zin.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Video
Kijk mee.

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk!
Cursus 6 - Formuleren - Paragraaf 3 - Verwijzen naar bezit
opdrachten 1  2  3   7 8 
Klaar? Maak opdracht 5

Niet af? Huiswerk voor morgen
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Wat hebben we geleerd?

Slide 12 - Diapositive

Tot morgen

Slide 13 - Diapositive