2.1 bk sparen

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe betaal jij?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Het kopen van een spijkerbroek bij de H&M is ...
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 10 - Quiz

Ga maken!
opdracht 1, 2 en 3 (blz 52)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Op je rekening stond nog €50,-. Je gaat een dag naar Toverland en koopt voor €12,- eten en voor €2,- drinken. Wat is je nieuwe saldo?

Slide 14 - Question ouverte

Ga maken!
5, 6, 7, 8 en 9 (blz 53 en 54)
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke munten en biljetten zijn er?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Bekijk de onderstaande stellingen in stilte. 
Om welke vorm van geld gaat het hier? Kies giraal of chartaal
Sleep het begrip naar de juiste zin. 



Je koopt een hoesje voor je Ipad. Bij de kassa pin je € 15.
Iske koopt online een paar nieuwe sieraden.
Garcia koopt een cadeautje. Ze betaalt met een briefje van dertig euro.
Een vriend van Samson koopt voor hem een voetbal in een webwinkel. Hij betaalt met iDeal.
Fabienne baalt, ze heeft nog maar € 2 op haar bankrekening staan.
niet gebruikt
Chartaal
Giraal
Giraal
Giraal
Giraal
Chartaal

Slide 21 - Question de remorquage

Ga maken!
10, 11, 12, 13 en 14 (blz 55-56)

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Je brengt je verjaardagsgeld naar de bank om op je betaalrekening te zetten. Wat gebeurt er met de geldsoorten?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Ga maken!
Opdracht 15, 16 en 16 (blz 57)

Slide 26 - Diapositive

Bekijk de onderstaande omschrijvingen in stilte. 
Welke begrippen horen hierbij? Sleep het begrip naar de juiste omschrijving. 



Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten.
Geld op je bankrekening. 
Het bedrag dat op je bankrekening staat.
Betalen via het internet, met je bankpas of telefoon
niet gebruikt
Chartaal
Elektronisch betalen
Giraal
Saldo

Slide 27 - Question de remorquage

Je saldo is €75. Oma maakt €10 naar jou over. Je koopt in de kantine broodjes (€5,-) en wat drinken (€3,-). Wat is het nieuwe saldo

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive