Werkwoorden

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolHBOLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

3 Soorten werkwoorden
- Zelfstandig werkwoord (zww)

- Hulpwerkwoord (hww)

- Koppelwerkwoord (kww)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden
1. Mag  jij vuurwerk afsteken?
2. Hij heeft een nieuwe auto.
3. Zij mag zaterdag naar de disco.
4. Dr. Atkins was toen weer drie kilo aangekomen.

Slide 5 - Diapositive

Naamwoordelijk gezegde (ng)
- Zegt wat het onderwerp doet of overkomt
- Bestaat uit een werkwoord en bijvoegelijk naamwoord

==> Martijn is superslim

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld


Je zus zal een goede zangeres worden

Slide 8 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
Zegt wat iemand (of iets) doet.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden
1. Kim zou het boek gelezen hebben.

2. Hij staat daar te huilen

3. Toos is aan het tekenen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive