verkeer les 15

Verkeer: les 15 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkeerBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verkeer: les 15 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen: 

  • Hoe steek je veilig over bij een spoorwegovergang
  • Waar moet je op letten bij elektrische voertuigen 
  • Wat kunnen gevaarlijke situaties zijn in jullie omgeving 

Slide 2 - Diapositive

Wat moet je doen als de lichten branden en een bel afgaat bij een spoorwegovergang?
A
Doorfietsen, er komt toch geen trein aan.
B
Stoppen en wachten voor de trein.

Slide 3 - Quiz

Waar moet je rekening mee houden bij een elektrische fiets?
A
Welke kant de fietser op gaat.
B
Of de lichten het nog doen.
C
Wat de snelheid van de fietser is.
D
Wat voor persoon erop de fiets zit.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Noem de namen van de letters: A, B, C, en D.

Slide 6 - Question ouverte

Bij B staat het andreaskruis.
Voor hoeveel sporen is dit andreaskruis aangegeven?

Slide 7 - Question ouverte

Waar moet je extra opletten voor elektrische auto's?
A
Op de snelwegen.
B
Op een 80 km/uur weg.
C
Bij een schoolplein.
D
Op een parkeerplaats.

Slide 8 - Quiz

Wat is de goede volgorde van een kruising naderen en afslaan?
A
Afslaan, achterom kijken, voorsorteren, arm uitsteken, kruising scannen.
B
Voorsorteren, arm uitsteken, kruising scannen, achteruit kijken, afslaan.
C
Achteruit kijken, kruising scannen, afslaan, voorsorteren, arm uitsteken.
D
Kruising scannen, achteruit kijken, arm uitsteken, voorsorteren, afslaan.

Slide 9 - Quiz

Hoeveel sporen heeft deze spoorwegovergang?

Slide 10 - Question ouverte

wat moet je doen bij een spoorwegovergang?

Slide 11 - Question ouverte

Dit is een
A
bewaakte spoorwegovergang
B
onbewaakte spoorwegovergang

Slide 12 - Quiz

Wat moet je doen als de lichten branden en een bel afgaat bij een spoorwegovergang?
A
Doorfietsen, er komt toch geen trein aan.
B
Stoppen en wachten voor de trein.

Slide 13 - Quiz

Je komt bij een onbewaakte spoorwegovergang
A
Goed naar links en rechts kijken, als er niks komt dan oversteken
B
Naar een bewaakte overgang fietsen, want fietsers mogen hier niet oversteken
C
Recht en vlot doorfietsen want er kan een trein aankomen
D
Wachten tot de bel gaat en dan oversteken

Slide 14 - Quiz

Je komt bij een bewaakte spoorwegovergang
A
Goed naar links en rechts kijken, als er niks komt dan oversteken
B
Naar een bewaakte overgang fietsen, want fietsers mogen hier niet oversteken
C
Recht en vlot doorfietsen want er kan een trein aankomen
D
Wachten tot de bel gaat en dan oversteken

Slide 15 - Quiz

Welk bord betekent:
Pas op! Een spoorwegovergang.
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het verkeersbord?
A
Je moet hier fietsen
B
Pas op, spoorwegovergang
C
Je mag hier niet parkeren
D
Kijk, hier is een snelweg

Slide 17 - Quiz