Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijvoeglijk naamwoord / adjectief
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
HBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Begeleide inoefening
Duid in de volgende oefenzinnen telkens het bijvoeglijk naamwoord / de bijvoeglijke naamwoorden aan.
Slide 10 - Diapositive
De kale student Nederlands gaf zijn medestudenten een leerzame miniles over het bijvoeglijk naamwoord.
A
kale - Nederlands - miniles
B
kale - leerzame
C
kale - leerzame - bijvoeglijk
D
student - miniles - naamwoord
Slide 11 - Quiz
Het gaat bij ridderromans om spannende verhalen met van tijd tot tijd huiveringwekkende passages over heftige gevechten tot de dood erop volgt.
A
spannende - tijd - passages - dood
B
spannende - huiveringwekkende - heftige
C
spannende - huiveringwekkende - heftige - dood
D
ridderromans - om - met - huiveringwekkende
Slide 12 - Quiz
Geef van het woord in HOOFDLETTERS telkens de juiste woordsoort:
zelfstandig naamwoord, lidwoord, voornaamwoord (*), telwoord (*)
of bijvoeglijk naamwoord
(*): uit de opgave zal blijken welk voornaam- of telwoord gevraagd wordt
Slide 13 - Diapositive
Arthurepiek is de BENAMING van verhalen over koning Arthur en zijn ridders.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
lidwoord
C
hoofdtelwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 14 - Quiz
In de Republiek was een burgerlijke cultuur DOMINANT.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
rangtelwoord
Slide 15 - Quiz
Noem in de volgende oefenzinnen telkens de woordsoort van de genummerde woorden.
Slide 16 - Diapositive
De goedlachse(1) student(2) vroeg(3) hulp aan de chagrijnige(4) docent.
Slide 17 - Question ouverte
Nicole wast zichzelf(1) met shampoo en zeep(2), terwijl zij(3) haar(4) tanden poetst.
Slide 18 - Question ouverte
Vul op de open plaats (...) in de volgende zinnen een passend bijvoeglijk naamwoord in.
Slide 19 - Diapositive
Tijdens de (...) voetbalwedstrijd gaf de spits van Club Brugge zijn (...) tegenstander een kopstoot.
Slide 20 - Question ouverte
In het (...) café vroeg de (...) dame de jongeman een vuurtje.
Slide 21 - Question ouverte
Zelfstandige verwerking
Ga aan de slag met
oefening 5, 7 en 8 op blz. 10-14
van
Oefenboek Spraakkunst
.
Basisverwerking:
Maak oefening 5 en duid bij oefening 8 alleen de bijvoeglijke naamwoorden aan in de zinnen.
Klaar? Oefening 7 maken.
Verdieping:
Maak oefening 7 en 8 volledig volgens opdracht.
Klaar? Oefening 5 maken.
Slide 22 - Diapositive
Evaluatie en reflectie
Geef jezelf een cijfer van 0 tot 10 voor de mate waarin je na deze les het bijvoeglijk naamwoord of adjectief beheerst.
Geef een (eigen) definitie van het bijvoeglijk naamwoord / adjectief en noteer 3 zinnen met per zin minstens 1 bijvoeglijk naamwoord erin.
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Meewerkend voorwerp
Avril 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
HBO
Studiejaar 1
Woordsoorten
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Woordsoorten
il y a 12 jours
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Woordsoorten
Juin 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
les 1 woordsoorten
Janvier 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
les 1 woordsoorten
Décembre 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Ontdek de wereld van telwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels
Juin 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten
il y a 18 jours
- Leçon avec
50 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6