H2. 1 Snelheid

H2 Bewegen


§1- Snelheid
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2 Bewegen


§1- Snelheid

Slide 1 - Diapositive

Vorige Hoofdstuk
Fz=mx10 N 
F=mxg (valbewegingen) 
Nettokracht =0 N dan is het voorwerp stilstaan of beweegt met constante snelheid 
Nettokracht groter dan 0N (meewerkend)= versnelling 
Nettokracht kleiner dan 0N (tegenwerkend) = vertraging

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
-Aan het einde van de les kan de leerling in eigenwoorden beschrijven wat snelheid is.
-Aan het einde van de les kan de leerling in eigenwoorden beschrijven wat gemiddelde snelheid is.
-Aan het einde van de les kan de leerling noemen de eenheid van snelheid.

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Snelheid is de afstand die je in
een bepaalde tijd aflegt.
Tekst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 6 - Quiz

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 7 - Quiz

Van snelheid in m/s naar snelheid km/h doe je door:
A
Snelheid in m/s keer 3,6
B
Snelheid in m/s gedeeld door 3,6
C
Snelheid in m/s keer 36
D
Snelheid in m/s gedeeld door 36

Slide 8 - Quiz

In de Natuurkunde gebruik je
de km/h als eenheid van snelheid
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 9 - Quiz

Op een voorwerp dat met constante snelheid beweegt, werkt een nettokracht in de bewegingsrichting?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
v = 389 m/s
B
v = 10,8 m/s
C
v = 30 m/s
D
v = 38,9 m/s

Slide 11 - Quiz

Maak de opdrachten van je boek

Slide 12 - Diapositive

Gemiddelde snelheid berekenen
v(gem)=s/t
Maakt niet uit of er verandering in snelheid zit, gemiddeld is altijd gemiddeld.
Omreken factor km/h --> m/s is 3,6

Slide 13 - Diapositive

Maak de volgende opgaven.

Slide 14 - Diapositive

Snelheid is de afstand die je in
een bepaalde tijd aflegt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Dat het een snelheid is die gerekend is over een bepaalde afstand en tijd.

Slide 16 - Quiz

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid =afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 17 - Quiz

Van snelheid in m/s naar snelheid km/h doe je door:
A
Snelheid in m/s keer 3,6
B
Snelheid in m/s gedeeld door 3,6
C
Snelheid in m/s keer 36
D
Snelheid in m/s gedeeld door 36

Slide 18 - Quiz

In de Natuurkunde gebruik je
de km/h als eenheid van snelheid
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 19 - Quiz

Op een voorwerp dat met constante snelheid beweegt, werkt een nettokracht in de bewegingsrichting?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
v = 389 m/s
B
v = 10,8 m/s
C
v = 30 m/s
D
v = 38,9 m/s

Slide 21 - Quiz

Maak de opdrachten van je boek.

Slide 22 - Diapositive

Check
-Aan het einde van de les kan de leerling in eigenwoorden beschrijven wat snelheid is. 
-Aan het einde van de les kan de leerling in eigenwoorden beschrijven wat gemiddelde snelheid is. 
-Aan het einde van de les kan de leerling noemen de eenheid van snelheid. 

Slide 23 - Diapositive

              Huiswerk
Voor de volgende les maak alle opgaven van paragraaf 1 (snelheid)
Graag digitaal in magister.
§2- Afstand en tijd doorlezen, en de betekennis van blauwe worden zoeken.

Slide 24 - Diapositive