oefening H3 negatieve getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Oefenen met negatieve getallen

+ • + = +

+ • -  = -

-  • + = -

-  •  - = +

+ : + = +

+ : -  = -

-  : + = -

-  :  - = +

Rekenvolgorde:

1) tussen haakjes

2) X en :  van links naar rechts

3) + en -  van links naar rechts

Som = +              Verschil = -      Product = x             Quotiënt = :

(termen)                                       (factoren)

negatieve getallen aftrekken

−8−11

tip

Maak een getallenlijn. Kijk waar het eerste getal staat. Naar links is - naar rechts is +

  <-----  -                          ---->  +                                                

___________________________________

                             |

                                                            0

1. -19
2. 3
3. -3
4. 19

Negatieve getallen optellen
4 + -3 =

Tip

+ -  naast elkaar wordt -

De som is dus 4 - 3 = 1

Tip: Schrijf de nieuwe som steeds op waarbij je de 2 tekens verandert in 1 teken. Zie eerste dia.

1. 7
2. 1
3. -1
4. -7

Negatieve getallen aftrekken

−7−10

1. -3
2. 3
3. -17
4. 17

Negatieve getallen aftrekken
- 42 - - 3=

Tip

1. -39
2. -44
3. -45
4. -38

Negatieve getallen optellen
4 + - 3 =

1. 7
2. 1
3. -1
4. -7

negatieve getallen aftrekken

12−−11=

1. -1
2. 1
3. -23
4. 23

negatieve getallen aftrekken

−12−−11

1. -1
2. 1
3. -23
4. 23

Negatieve getallen aftrekken

−7+−8

1. -1
2. 1
3. -15
4. 15

Negatieve getallen optellen

- 84 + - 25 =

1. - 69
2. -59
3. ik vind dit te moeilijk
4. - 109

- 5 • 9 =

1. 45
2. - 45
3. - 14
4. 4

- 4 • - 7 =

1. 28
2. 26
3. - 28
4. - 26

3 • - 8 =

1. 24
2. - 5
3. - 11
4. - 24

24 : - 6 =

1. - 4
2. - 6
3. 18
4. 4

- 81 : - 9 =

1. 9
2. - 9
3. - 90
4. - 72

9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3

1. Je begint met de vermenigvuldiging
2. Je mag alles tegelijk doen
3. Je begint met de haakjes
4. Je begint rechts te rekenen

Reken de volgende som uit:
- 4 • 4 + (5 - 6) =

Tekst

Tip

Schrijf steeds de nieuwe som op.

- 4 • 4 + (5 - 6) = -4 • 4 + - 1 = 

Schrijf voor +- eerst - dan wordt de som -4 • 4 - 1 =

Eerst vermenigvuldigen dus - 16 - 1 = - 17 

Reken de volgende som uit:
(5 + 8) • - 2 =

Reken de volgende som uit:
60 : (- 3 • - 2) =

Reken de volgende som uit:
-5 + 3 • 2 =

Reken de volgende som uit:
-18 - - 6 : 2 =

Reken de volgende som uit:
20 : 4 + 6 • 2 =

Reken de volgende som uit:
9 - 4 • 3 =

Reken de volgende som uit:
8 : 4 • (2 - 7) =

Reken de volgende som uit:
8 : 2 - 7 =

Hoe ging het?

😒🙁😐🙂😃

Ken je de rijtjes van + • + en al die anderen uit je hoofd? En ken je de rekenvolgorde?

😒🙁😐🙂😃