Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Thema 1 Planten en dieren
Week 38
Les 2:
- Leren onderzoeken 2 Vergroten
- Practicum 2 (droog zaadje) + 3 (geweekt zaadje)
timer
3:00
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen van deze les
Je kunt een loep gebruiken
Je kunt tekeningen maken volgens de tekenregels
Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie
Slide 2 - Diapositive
Lees Leren onderzoeken 2 door
Slide 3 - Diapositive
Vergroten
Om een organisme goed te kunnen bekijken gebruiken ze in de biologie een loep of een microscoop.
Een loep is een vergrootglas (10x vergroot).
Een microscoop kan meer dan 100x vergroten.
Slide 4 - Diapositive
Bouw van een zaad
Uit een zaadje kan een nieuwe plant groeien, omdat deze bestaat uit een kiempje en uit voedsel voor het kiempje (zaadlob).
Slide 5 - Diapositive
Bruine bonen
Vorige week hebben we geleerd hoe we een tekening moesten maken. Hierbij hebben we onderscheid gemaakt tussen een schematischeen een natuurgetrouwetekening.
Slide 6 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een schematische en een natuurgetrouwe tekening?
Slide 7 - Question ouverte
De bouw van een zaad
Een bruine boon bestaat uit
4 onderdelen:
zaadhuid
hartvormig bultje
navel
poortje
Slide 8 - Diapositive
De bouw van een zaad
Zaadhuid = Een stevige bruine vlies dat het zaad beschermt
Hartvormig bultje
Navel = Plaats waarbij het zaad heeft vastgezeten aan moederplant
Poortje = opening in de zaadhuid, waarmee zaad water kan opnemen
Slide 9 - Diapositive
Practicum 2: Maak een natuurgetrouwe tekening van het buitenaanzicht van de bruine boon
Slide 10 - Diapositive
Binnenkant van een zaad
De binnenkant van een zaad bestaat uit een zaadlob en een kiem(plantje).
Het kiemplantje bestaat uit een wortel, stengel en blaadjes.
Slide 11 - Diapositive
Binnenkant van een zaad
5 en 6 samen heten samen kiem(plantje)
7 zijn de zaadlobben, deze bevatten het reservevoedsel.
Slide 12 - Diapositive
Kieming
In de zaad zit een kiem. Wanneer er uit het kiem een klein kiemplantje groeit spreek je over kieming.
Bij de kieming van een bruine boon komt eerst het worteltje van de kiem naar buiten en daarna het stengeltje.
Slide 13 - Diapositive
Practicum 3
Maximaal 5 minuten per tekening!
Start je eigen timer...
Klaar? Maak de opdrachten, oefen de flitskaarten en de Test Jezelf van Basisstof 2
timer
10:00
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Door dit onderdeel neemt de bruine boon water op
Slide 16 - Question ouverte
Wat is de naam van onderdeel 3?
Slide 17 - Question ouverte
Wat is de naam van onderdeel 2?
Slide 18 - Question ouverte
Het reservevoedsel voor een kiemplantje zit in...
A
de zaadlobben
B
de zaadhuid
C
de kiem
D
de wortel
Slide 19 - Quiz
Wat is onderdeel 6?
Slide 20 - Question ouverte
Wat is de functie van de zaadhuid?
A
Geeft kleur aan de boon
B
Hierdoor kan er water bij de boon komen
C
Beschermt het zaad
Slide 21 - Quiz
Extra oefening?
Slide 22 - Diapositive
https:
Slide 23 - Lien
Hoeveel procent score had je?
Slide 24 - Question ouverte
Extra filmpje...
Slide 25 - Diapositive
0
Slide 26 - Vidéo
Kieming vindt plaats als de condities juist zijn. Noem 2 condities die aanwezig moeten zijn voor zaden om te kiemen.
Slide 27 - Question ouverte
Ga aan de slag met:
Leren onderzoeken 2
LessonUp
Klaar met het bovenstaande?
Maak Practicum 2 en 3
Daarna:
Verder met Basisstof 2
Flitskaarten en Test Jezelf
Werken met fluisteren
Vragen : steek je vinger op, de docent/toa komt langs