Week 39 BK Lezen, zakelijke teksten Perron 1 - les 2

Aan het eind van deze les
- Weet je wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn
- (her)Ken ik de tekstsoort: reclame
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Aan het eind van deze les
- Weet je wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn
- (her)Ken ik de tekstsoort: reclame

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een tekst zit samenhang. Om die samenhang duidelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Tekstverbanden
- Tegenstelling
Twee zinnen, met tegenovergestelde zinnen, woorden of alinea's. 
Bijvoorbeeld: Tim moest al lang naar huis, maar toch bleef hij bij het feestje.
- Voorbeeld
Een verduidelijking door een voorbeeld te geven.
Bijvoorbeeld: Ik eet graag fast food, zoals McDonalds.
- Opsomming
Herken je aan komma's, signaalwoorden of opsommingstekens
Bijvoorbeeld: Neem volgende les je boek, schrift, potlood en pen mee.
- Conclusie
Komt vaak aan het eind van een alinea of tekst. 
Kortom, de hele klas mocht eerder naar huis.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Signaalwoorden
Door signaalwoorden herken je tekstverbanden. Dit zijn woorden die stukjes van zinnen, alinea's of teksten met elkaar verbinden.

Tegenstelling: maar, echter, desalniettemin, toch, desondanks, daarentegen
Voorbeeld: zo, als, zoals, neem nou, bijvoorbeeld
Opsomming: en, of, ook, verder, daarnaast, bovendien, ten eerste, ten tweede, ten slotte
Conclusie: dus, kortom, concluderend

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

tekstsoort: reclame

Slide 8 - Diapositive

Slogan
Een korte, krachtige zin die je gemakkelijk onthoudt.

Slide 9 - Diapositive

Welk leesdoel heeft reclame?
A
Informatie geven
B
Plezier of ontspanning geven
C
Uitleggen hoe je iets moet doen
D
Aanzetten om iets te gaan doen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat is de slogan van de reclame op de vorige dia?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe noem je woorden die wijzen op het verband tussen zinnen of alinea's?
A
trefwoorden
B
leesstrategieën
C
signaalwoorden
D
functies

Slide 13 - Quiz

Waarom gebruiken schrijvers signaalwoorden in teksten?
A
Om leesstrategieën aan te geven.
B
Omdat dat prettiger schrijft.
C
Om overgangen tussen alinea's aan te geven.
D
Om verbanden aan te geven in de tekst, zodat de lezer deze beter begrijpt.

Slide 14 - Quiz

Wat is geen signaalwoord?
A
als gevolg daarvan
B
januari
C
immers
D
soortgelijk

Slide 15 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan

Slide 16 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
tenslotte
C
tegenover
D
zoals

Slide 17 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?
A
en
B
ook
C
daarna
D
tevens

Slide 18 - Quiz

Opdrachten
BK: opdracht 14 t/m 24
+
Maak op de iPad test jezelf Perron 1
en laat de resultaten aan je docent zien

Slide 19 - Diapositive