D- toets lees v2

Información personal, nr. 9a tb p.23
21
luister en vul de gegevens in


  • Wat is jouw / uw (mobiele) telefoonnummer? 

  • Heeft u / Heb jij email?


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Información personal, nr. 9a tb p.23
21
luister en vul de gegevens in


  • Wat is jouw / uw (mobiele) telefoonnummer? 

  • Heeft u / Heb jij email?


Slide 1 - Diapositive

Información personal, Nr. 9b TB p.23
Hoe vraag je?

  • Wat is jouw / uw (mobiele) telefoonnummer? 
¿ Cuál es tu/su teléfono/número de móvil?
antwoord: Es el.........

  • Heeft u / Heb jij email?
¿ Tiene(s) correo electrónico? /  ¿tienes e-mail?
antwoord: Sí, es..........

Slide 2 - Diapositive

Tener= hebben, vaak in de betekenis van bezitten
 yo                                    tengo
tú                                     tienes            
él/ella/usted                   tiene
nosotros/as                    tenemos
vosotros/as                     tenéis
ellos/ellas/ustedes        tienen

LET OP:    Tengo 22 años -> je leeftijd zeg je ook met "tener"
                   ik ben 22 jaar


een nieuw werkwoord: tener onregelmatige

Slide 3 - Diapositive

Practicar Leesvaardigheid

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Let op!
- Het goede antwoord is meestal een stukje uit de tekst in andere woorden.
- Schakel je eigen mening over het onderwerp uit.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Lezen 
Leesstrategie: stappenplan
1. Lees de titel;
2. Bekijk plaatjes en opvallende woorden;
3. Lees de tussenkopjes
4. Wat voor tekstsoort is het? (email, artikel, interview...)
5. Altijd in de tekst markeren waar het antwoord staat

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wie van deze jongeren zoekt contact met alleen meisjes
A
Javier
B
Nerea
C
Suzanna
D
Alledrie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Waarom had Vanessa door de grond willen zakken?
A
Een jongen die zij erg leuk vond, zag dat zij rijst opveegde van de straat.
B
Haar moeder zag haar met een jongen in een bar zitten, terwijl ze rijst had moeten halen.
C
Toen haar moeder opmerkte dat er steentjes tussen de rijst zaten, moest ze bekennen dat ze de zak had laten vallen.
D
Toen ze op straat een leuke jongen zag, liet ze een zak rijst kapot vallen.

Slide 14 - Quiz

¡A trabajar!
¿Qué?   hoofdstuk 3 D- toets blz 87
¿Cómo? individual
¿Tiempo? 15 min 
¿Objetivo? 
Repasar la compresión  lectora.
Toepassen wat je net hebt geleerd.


Slide 15 - Diapositive

¿Cómo has trabajado hoy en clase?
A
Muy bien:))
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 16 - Quiz

 ¡Adiós!

Slide 17 - Diapositive