verzorgingsstaat intro
1 / 10
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar denk je aan bij het woord verzorgingsstaat?
Slide 2 - Carte mentale
Sociale zekerheid heeft te maken met:
A
Stelsel van uitkeringen
B
Sociaal zeker zijn
C
Hoeveel mensen je om je heen hebt om je te helpen
D
De zorgverzekeringen
Slide 3 - Quiz
De verzorgingsstaat gaat alleen over uitkeringen en subsidies.
A
Nee over veel meer
B
Dat klopt
Slide 4 - Quiz
Wat zijn de 3 terreinen van de verzorgingsstaat?
A
Onderwijs, marktwerking en sociale zekerheid
B
Defensie, gezondheidszorg en sociale zekerheid
C
Onderwijs, defensie en sociale zekerheid
D
Onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid
Slide 5 - Quiz
Is onderwijs in NL gratis?
A
ja
B
nee
C
Ligt eraan of de school lesgeld vraagt
Slide 6 - Quiz
Wat hoort NIET bij het begrip 'verzorgingsstaat'?
A
Sociale zekerheid
B
Economische groei
C
Onderwijs
D
Gezondheidszorg
Slide 7 - Quiz
Nederland is een verzorgingsstaat. Dat zie je bijvoorbeeld aan:
A
de kloof tussen arm en rijk
B
de lage belastingen
C
dat ouderen AOW krijgen
D
de grote sociale ongelijkheid
Slide 8 - Quiz
Vanaf 1990 tot nu is de verzorgingsstaat aan het inkrimpen, door welke invloed is dit gebeurd?
A
In de verschillende coalities kwamen steeds meer rechtse denkbeelden, waardoor de verzorgingsstaat in omvang is gaan krimpen.
B
Zowel de coalitie als de Tweede Kamer-leden vonden dat de overgang van verzorgingsstaat naar participatiestaat beter is voor de samenleving.
C
Tijdens een referendum kwam als uitkomst dat vele burgers de verzorgingsstaat een te grote omvang vonden hebben, de verzorgingsstaat moest inkrimpen.
